Fig. 5. Peilprogramma in het gebied van de afsluiting tracé, langs de oevers van de eilanden Schouwen-Duiveland en Noord-Beveland, alsook op een aantal plaatsen, waar eerder zand is gewonnen ten behoeve van de bouw van de damgedeelten, is weergegeven in fig. 5. Behalve deze detailpeilingen worden, zoals trouwens in het gehele Nederlandse kustgebied, ook in de Oosterschelde jaarlijks overzichtslodingen voor verschillende doel einden uitgevoerd. Indien zich bijzondere bodemveranderingen voordoen, worden de peilprogramma's aangepast, en de frequenties van de lodingen en het aantal peilpunten zo nodig vergroot. De interpretatie van de peil- gegevens vindt plaats aan de hand van getekende profielen, vergelijking van diepten volgend uit de peilkaarten, en door bestude ring van aanvullende stroommetingen. De metingen van de bodem- en waterbe wegingen worden uitgevoerd met behulp van meetboten en met vaste en verankerde meet apparatuur. Met de meetboten worden peilin gen verricht, en stroom- en turbulentie metingen uitgevoerd. De meetboten zijn daar toe uitgerust met vaste instrumentaria voor radiografische en optische plaatsbepaling en voor de lodingen. Voor de stroommetingen wordt de uitrusting aangevuld met instru menten voor het meten van stroomsnelheden en -richtingen. Inmiddels is een nieuw peilschip, de 'Wijker Rib', gereed gekomen dat met behulp van moderne instrumentaria op snelle wijze over een grote breedte tegelijkertijd lodingen kan verrichten en de resultaten ervan automatisch tot peiltekeningen verwerken. Dit peilschip wordt in het volgende artikel nader beschreven. SCHOUWEN 2xJAAR JAAR NOORD BEVELAND 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1975 | | pagina 21