is de stromingsverandering onder invloed van
de damvakken in de Oosterscheldemond
slechts van lokale betekenis; ze strekt zich
niet verder uit dan enkele kilometers aan
weerszijden van het tracé. Beperken we ons
nu verder tot de bodemveranderingen rond
het tracé. De veranderingen die zich daar
voordoen, zijn van complexe oorsprong. Het is
namelijk niet mogelijk gebleken, de effecten
van de Volkerak-afsluiting en die van de dam
vakken te scheiden. De bodemveranderingen
in het damtracé komen tot uitdrukking in de
ontwikkeling van de doorstroomprofielen per
stroomgeul en dus ook van het totale door
stroomprofiel.
Uit peilingen blijkt dat er in de periode
Fig. 3. Verdiepingen bij de
koppen van de werkeilanden
Noordland (boven) en Neeltje
Jans
NOORDLAND/»
$li
Oj PEILRAAI
~Jl ROOMPOT
rm
11-14 JAN 1972
NOORD BEVELAND
21-28 MEI 1974
500
AFSTANDEN IN r
i
j HAMMEN
X
X
X
X
PEILRAAI
NEELTJE JANS
•^18-6-1970
X
X
X
X
V
X
X
X
X
X
X
20-11-1973
140
AFSTANDEN IN m
17