Voorne is 13 km lang; hij strekt zich uit tussen
de uit 1951 daterende afsluitdam van de
Brielse Maas, thans Brielse Meerdijk ge
noemd, en de in 1971 voltooide Haringvliet-
dam.
In 1966 is ten behoeve van zandwinning voor
de Europoortwerken westelijk van de Brielse
Meerdijk een afsluitdam gelegd in de mond
van het Brielse Gat. De duinen langs het
aldus gevormde ongeveer 3 km lange binnen
meer, tegenwoordig ook wel Oostvoornse
Meer genoemd, zijn thans niet meer blootge
steld aan de directe invloed van de Noord
zee. Er zijn momenteel nog niet voldoende
gegevens beschikbaar om een helder inzicht
te verkrijgen in de toekomstige morfologische
ontwikkeling van het zeegebied ten westen
van Voorne. In dit mondingsgebied van het
Haringvliet bevinden zich talrijke geulen, on
diepten en zandplaten. Behalve de normale
eb- en vloedstromen treden er soms spui-
stromen op, wanneer de spuisluizen in de
Haringvlietdam openstaan. Het werd uit een
oogpunt van veiligheid tegen stormvloeden
niet verantwoord geacht om de zeewering
van Voorne in de oude toestand te laten
totdat voldoende inzicht in de toekomstige
ontwikkeling zou zijn verkregen. Aan het
Voornse gebied mocht de veiligheid niet
worden onthouden, die elders reeds geheel
of gedeeltelijk verkregen was. Er moesten dus
maatregelen worden genomen. Het Water
schap de Brielse Dijkring heeft daartoe, als
beheerder van de zeewering van Voorne,
enige voorlopige voorzieningen getroffen.
Uitgangspunt vormde hierbij de gedachte dat
Voorne gedurende de overgangsperiode de-
dezelfde veiligheid moet bezitten als waarvan
bij de opstelling van het Deltaplan is uitge-
Fig. 1. Situatie van de duin
verzwaring
Fig. 2. Dwarsprofielen van de
duinregel langs de Z.W.-kust
van Voorne
12