Het brakke meerwater is mede de oorzaak van de afwezigheid van zaadplanten in de ondiepe vooroever; het werkt tevens sterk selecterend op het ontstaan en het ai of niet instandblijven van een rietkraag rond het eiland. De wind nivelleerde aanvankelijk de opper vlaktevormen van de plaat doordat een deel van de bovengrond verstoof. Anderzijds zorgde de wind voor aanvoer van veel plantenzaden. De meeste samengesteld- bloemigen, zoals Aster, Kruiskruidsoorten, Margriet, Distelsoorten en Koninginnekruid, maar ook Wilgeroosje, Basterdwederiksoorten en bomen zoals Wilgen, Populieren, Berken, Essen en orchideeën zijn door de wind naar het eiland overgebracht. De overheersende windrichting heeft voor een deel een afvlak kende invloed gehad op de hoogtegroei van de vegetatie. Soorten die in de wind-schaduw stonden konden, profiterend van de luwte, iets hoger opschieten en op hun beurt weer be schutting verlenen aan andere planten. De microklimaatverschillen die hierdoor ont stonden hebben de differentiatie belangrijk bevorderd. Hoewel bodemkundige verschillen in textuur, structuur en samenstelling door het bodem- kundig onderzoek dat in 1973 door de Rijks dienst voor de IJsselmeerpolders is uitge voerd niet zijn aangetoond, blijkt de vegetatie toch op kleine verschillen te reageren, die bijvoorbeeld zijn ontstaan door verschillen in stikstofgehalte van de bodem, ontstaan in afhankelijkheid van de aanwezigheid van organismen die vrije stikstof uit de lucht GROEP VAN RIETVEGETATIES RIET RIET BEGELEID DOOR ZOUTMINNENDE KRUIDEN RIET BEGELEID DOOR ANDERE DAN ZOUTMINNENDE KRUIDEN GROEP VAN LAGE ZILTE OEVERVEGETATIES LAGE ZILTE OEVERVEGETATIES GROEP VAN LAGE GRASACHTIGE VEGETATIES GRASSENVEGETATIES MET GRASSEN EN KRUIDEN IN DE ONDERGROEI GROEP VAN VEGETATIES MET STRUWELEN DUINDOORNHORSTEN KRUIPWILGSTRUWELEN RELATIEF LAAG OPEN WILGENSTRUWEEL RELATIEF HOOG WILGEN STRUWEEL MIN OF MEER DUIDELIJKE GRENS OP FOTO ZICHTBAAR VAGE GRENS, OP FOTO NIET ZICHTBAAR Fig. 3. Vegetatiekaart van het Aardbeieneiland 449

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1974 | | pagina 21