AGGERPROEVEN W.L.D. (SCHAAL 1:20)
ASTGEPAKT ZAND
LOSGEPAKT ZAND
AAN VA NGSPROF1EL
PROFIEL T'JDENS VLOEIING
GEFLUIDISEERD ZAND
EINDPROFIEL
GEPLANDE PROFIEL
'ETTINGSVLOEIINGSPROEVEN W.L.V. (SCHAAL 15)
SCHUIFVLAK
massa om de vloeiing in te leiden, is misschien
niet zo'n wezenlijk verschil. Dat zou overigens
betekenen dat dergelijke vallen ook kunnen
optreden in vast gepakt zand, als er maar
voldoende valdiepte is, en het talud een
zekere steilte bereikt.
Treden er alleen maar oppervlaktevloeiingen
op, dan kan dat betekenen dat een eenmaal
aangebrachte oeverbezinking beter dan men
tot nu toe dacht in staat is om een eventuele
val tegen te houden. Immers, slechts de in
leidende afschuiving hoeft dan tegengehouden
te worden, en niet een of ander uitgestrekt
verweekt gebied. Een dijkval zou volgens
deze redenering het resultaat zijn van een
langdurig afkalvingsproces. Bij voldoende
F g. 2. Waargenomen vloeiings- bewaking zou er dus altijd tijd genoeg ge-
rschijnselen bij recente proef- vonden moeten kunnen worden voor herstel,
i mingen Hoe staat het nu met de waarneming van
389