Fig. 4. Maximale eb- en vloed- inhoud zanddam binnen teenujnen def.nitieve dam
sne ïeden bij de verschillende zuigerproduktie t kubering zandwingebieden
slu ngsvarianten i
Fic 5. Verloop van produktie
en erlies gedurende de zand-
slu ng
Fic 6. Relatie tussen opper-
vla tesnelheden en gemiddelde
sni heden in het sluitgat en de
da uit afgeleide reductiefactor
Ui de tabel blijkt dat sluiting van noord naar
zu de voorkeur verdient. De voorspelling
va de bruto-zandverliezen bleek later aan de
pe simistische kant geweest te zijn, toen
vo iens dezelfde methode een naberekening
we d uitgevoerd, maar nu met de gemeten
wa rden voor de stroomsnelheidsgegevens,
en n plaats van oppervlaktesnelheden ge-
mi delde snelheden over de verticaal. De
uit omst van die berekening kwam neer op
ee totaal zandverlies van 0,28 m3.
De sluiting werd voltrokken tussen 1 juni en
1 j li 1972. Het in werkelijkheid optredend
za dverlies tijdens de sluiting werd vastge-
ste d door het verschil te bepalen tussen de
tot Ie produktie berekend uit de winputten,
en Je inhoud van de tot stand gekomen
slt tkade. De produktie bedroeg 3,9 miljoen
m en de inhoud van de sluitkade 3,29 mil-
joe m3. Bruto-zandverlies dus ongeveer
0,6 miljoen m3, dat is 15% van de produktie.
Ne, to trad een verlies op van ongeveer 0,05
mi oen m3.
Ve telijking
Ta el 2 vat de resultaten nog eens samen:
Ta el 2. Voorspelde en opgetreden zandver-
lie ?n in mij. m:i
Vo rspeld bruto-zandverlies
0,98
Ge orrigeerd voorspeld bruto-
zaï iverlies
0,63
Op .etreden bruto-zandverlies
0,60 0,10
Na erekend bruto-zandverlies
0,28
Op etreden netto-zandverlies
0,05 0,10
NETTO VERLIES
BRUTO VERLIES
inhoud sluitkade
GEUL OP 17-7 OP L W GESLOTEN
HK-I111I1K
BSO 675 575
ZUIGERPRODUKTIE iN 103 m3/wEEK
550 675 575
575 550 675 575 I I I I I
29 5 12 19 26 3 10 17 24 31 7 14 21 29 4 11 18 25
juni juli aug Sept. 1972
AS GEUL
26-6-72
REDUCTIEFACTOR
20 uur M E T.
OPPERVLAKTESNELHEID
GEMIDDELDE SNELHEID
vergelijken we het voorspelde en het opge
treden bruto-zandverlies, dan blijkt dat de
hier uiteengezette rekenmethode leidt tot een
vrij nauwkeurige schatting van de te ver
wachten zandverliezen, mede gezien in het
licht van de totale produktie van ca. 4 miljoen
m3. De verkregen schatting is nauwkeurig
genoeg om er in de praktijk economische
beslissingen op te kunnen baseren inzake
de te volgen afsluitingsmethode. Dat het netto-
zandverlies zo gering is moet vermoedelijk
worden toegeschreven aan het optredende
stroombeeld terzijde van de dam, waardoor
veel zand tot afzetting kon komen binnen
de teenlijn van de definitieve dam.
Achteraf kunnen er wel een paar redenen
genoemd worden, waarom de aanvankelijke
berekening van de zandverliezen zo pessi
mistisch uitviel.
359