aarden, om daarna bijna even snel weer af nemen. De grootste drukken doen zich voor de omgeving van de stilwaterlijn. Maar ror het sterke toevalskarakter van het hier- >or beschreven mechanisme, komen ze ■gal gespreid voor. De zwaarste klappen Hen in het algemeen optreden in perioden r 3t hoge golven. De waterstanden zijn :n meestal ook hoog, niet alleen omdat zelfde sterke wind die hoge golven op- ekte ook opwaaiing zal veroorzaken, maar >k omdat golven uit zee bij lagere water- anden de sluizen niet over het banken- bied in de Haringvlietmond heen kunnen ;reiken. De zeer hoge golven die bij de behorende hoge waterstanden optreden, Hen goeddeels over de zeeschuit heen pen, maar toch voldoende afgevlakt worden n geen klappen meer te kunnen geven op de rivierschuit. Bijgevolg krijgt de zee- schuif, zoals het hydraulisch onderzoek 15 jaar geleden al uitwees, alleen golfklappen te verduren bij niet zeer hoge waterstanden. De golven zijn dan echter klein en voorna melijk in de directe omgeving opgewekt; ook de golfklappen zijn dan maar van bescheiden grootte. Vooral de lokale windsnelheden zijn daarbij van belang. Verder is het optreden van golfklappen sterk gebonden aan de wind richting. De golffronten moeten loodrecht op de sluis aankomen om klappen te geven en de wind moet een voldoende grote strijklengte hebben om hoge golven te kunnen opwekken. Alleen in een zeer nauwe sector van het kompas - voor de zeeschuiven om het noord westen, voor de rivierschuiven om het zuid oosten - kon de wind dus golfklappen ver oorzaken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1974 | | pagina 25