ibel - Effectieve zoutbelasting van het Haringvliet en specifieke zoutbelasting van de Volkeraksluizen
,le waarden in kg/sec Effectieve zoutbelasting van Specifieke zoutbelasting van
het Haringvliet de Volkeraksluizen
Weekgemiddelden Kolkmetingen
eriode:
max.
gem.
min.
gem. per etm.
datum
28 april '69-2 nov. '70
242
120
45
ca. 135
17 aug. '69
2 nov. '70-7 juli '71
134
60
17
ca. 32
30 maart '71
7 juli '71 -16 aug. '72
66
18
A
O
19 23
6, 9, 19 juli en
24 aug. 1971
Deze gemeten waarden zijn inclusief het primaire maar exclusief het secundaire effect van het
acht-spuien' en het schutten met 'lekkende ebdeuren'.
Dordtse Kil. Het gevaar bestaat dus dat
t )k de Kil wordt 'besmet' met het zoute
hutwater; het noordelijk Deltabekken zou op
c e manier achterwaarts via de Oude Maas
innen verzilten.
e hele hier besproken problematiek wordt
mengevat in tig. 1. Daar valt uit af te
zen dat de effectieve zoutbelasting op het
I .aringvliet in de drie onderscheiden perioden
wezen telkens eender verloopt, en dat de
riaties steeds mede een gevolg waren van
bufferwerking van de natuurlijke zoutvang.
;t verschil ligt in de grootte van de zout-
■lasting van de Volkeraksluizen, en daarmee
>k van de effectieve zoutbelasting op het
l aringvliet. In de middelste periode waren die
aarden tweemaal zo hoog als in de vooraf-
ande. Ze daalden echter tot één zevende
n die waarden nadat eenmaal bepaald zout-
strijdingsmaatregelen bij de Volkeraksluizen
aren getroffen.
>utbestrijdingsmaatregelen
at na het inwerkingstellen van de Haring-
etsluizen de zoutbelasting van de Volkerak-
aizen terugliep, is voor een niet gering ge-
elte te danken aan de sterke vermindering
n de getijbeweging en de verhoging van de
i ddenstand op het Haringvlietbekken. In
I ieverre de luchtbellenschermen die opge-
>men waren in de drempels van de schut-
I alken der Volkeraksluizen aan deze ver-
i ndering hebben bijgedragen, is door het
itbreken van de nodige technische en ope-
tionele gegevens thans helaas niet meer na
gaan. De vele zoutmetingen die werden
ïgevoerd op het Hollands Diep, het Haring-
et en het Spui, wezen echter uit dat de
zoutbelasting van de twee schutsluizen nog
ver boven het toelaatbare lag, ondanks de
vermindering die vanaf 2 november 1970 was
opgetreden. Na enig onderzoek bleek dat dit
onder meer moest worden toegeschreven aan
het nog niet operationeel zijn van de lucht
bellenschermen omdat deze nog in een
afbouwstadium verkeerden.
De zoutbelasting diende drastisch te worden
beperkt. In de tijd tussen 1 mei en 7 juli 1971
zijn toen met kracht een aantal technische
voorzieningen en operationele maatregelen
doorgevoerd. Allereerst werd het systeem van
luchtbellenschermen voorzien van snel te
monteren tijdelijke injectiebuizen. Daarnaast
werd de operationale bedrijfsvoering van de
Volkeraksluizen geperfectioneerd, zodat een
groter rendement van de installatie werd ver
kregen. Voorts werd besloten dat zolang de
waterstanden op het Volkerak lager zullen
zijn dan die op het Haringvliet - dus tot na
de afsluiting van de Oosterschelde - 's nachts
met één van de schutsluizen zou worden ge
spuid, en dat bovendien ten allen tijde in
beide schutsluizen zou worden geschut met
'lekkende ebdeuren', dat wil zeggen met niet
helemaal gesloten rinketschuiven in de betref
fende sluisdeuren. Deze laatste twee maat
regelen hadden beide tot doel, het water
onmiddellijk ten zuiden van de Volkerak
sluizen te verzoeten. Om het over de bodem
van het Hollands Diep doorgedrongen zoute
schutwater vlotter te laten afvoeren werd ten
slotte de eerder vermelde bodemdrempel ten
oosten van de Haringvlietbrug weggebaggerd.
Al deze maatregelen en voorzieningen te
zamen hebben als gevolg gehad dat de zout
belasting van de schutsluizen in het Volkerak
is teruggelopen tot voor deze overgangs-
95