J nische toestand van de oever ter plaatse is veel aandacht geschonken aan de vormgeving. Verschillende uitbouwlengten zijn onderzocht in het Waterloopkundig Laboratorium. Uit dit onderzoek is gebleken dat een uitbouw door de uitloper van de Schaar van Onrust tot aan de hoofdgeul ontoelaatbaar is in verband met de stroomconcentratie, die diepe uit schuringen tot gevolg zou hebben. Gekozen is voor een zo beperkt mogelijke uitbouw waarbij toch voldoende werkterrein en havenoppervlak ter beschikking komt. Het ontwerp van de bekleding van de buiten belopen is erop gericht dat ze na het blok keren van de Roompot weer kunnen worden opgenomen, om het zandlichaam in de Roompot te kunnen doen aansluiten tegen de nu gemaakte damaanzet. De constructie be staat uit kraagstukken met daarop aansluitend mijnsteenkaden welke worden afgedekt met betonblokken ter dikte van 30 cm. Deze con structie reikt tot N.A.P. 3 m. Het achter de mijnsteenkade aan te brengen zand wordt opgespoten tot N.A.P. 8 m, wat overeen komt met de hoogte van het werkterrein. De bekleding boven N.A.P. 3 m bestaat uit asfaltbeton van 20 cm dik. Voor dit werkonderdeel is 1,5 miljoen m3 zand nodig, dat zal worden gewonnen uit een zandwinput nabij het werkeiland Noordland. Voor het transport van het zand wordt een bakkenbedrijf ingezet. Via een bakkenzuiger wordt het zand in het werk geperst. De hiervoor beschreven werken zijn op 9 mei 1972 aanbesteed en vervolgens opge dragen aan de aannemerscombinatie Dijks- bouw Oosterschelde, die op 1 juni met de uitvoering is begonnen. 47

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1972 | | pagina 49