Fig. 11. Ontwikkeling van de
waterspanningen, spannings-
nen en vervormingen volgens
de CONSOL-berekeningen
ees of de waterspanningsmeters de snelle
vermindering wel snel genoeg konden volgen
en of er mechanismen zijn die het achter
blijven van de gemeten waarden ten opzichte
an de berekende waarden kunnen verklaren.
Oe belangrijkste verschillen tussen de glijvlak-
erekeningen en de CONSOL-berekeningen
loeiden hieruit voort. Indien de glijvlakbe-
ekeningen niet op de gemeten maar op de
berekende waterspanningen worden ge
raseerd, komen de kritische stabiIiteitsfac-
oren meer dan 10% hoger te liggen (0,9 a 1,1
n plaats von 0,78 a 0,96).
Het rendement van de proef in algemene zin,
naast de onmiddellijke betekenis ervan voor
1e hoogwaterkeringen in kwestie, kan onge
veer als volgt worden samengevat:
43