De voormalige Lauwerszee vormde een uit loper van de Waddenzee, met zijn specifieke eigenschappen en daaraan gerelateerde vis- mogelijkheden. Het afgesloten gedeelte is voor de vissers van Zoutkamp en Dokkumer Nieuwe Zijlen verloren gegaan. Nu was de betekenis van de Lauwerszee als viswater al lang voor de afsluiting niet groot meer; slechts vier kleine schepen beoefenden er min of meer regelmatig de garnalenvangst. Deze inham met zijn grotendeels slibrijke bodem en zijn vermenging van zeewater met grote hoeveelheden zoet spuiwater kon geen goede condities meer aan de garnalen bieden. Met de afsluiting van de Lauwerszee dringen die ongunstige omstandigheden naar buiten toe op. In het verbeterde afwateringssysteem van de noordelijke provincies fungeert het Lauwersmeer ais bergboezem, waarin grote hoeveelheden zoet water worden opgeslagen om bij laag water in zeer korte tijd door de nieuwe uitwateringssluizen te worden gespuid. De totale hoeveelheid naar deze boezem afstromend water is thans groter dan voor heen, en het areaal waarin het zeewater met zoet spuiwater gemengd wordt, ten nadele van de zeevisserij, overeenkomstig groter. Op grond van een in 1963 door het Rijksinstituut voor Visserijonderzoek ingesteld onderzoek werd zelfs verwacht dat het verlies aan gun stig bevisbare gronden aan de buitenzijde van de afsluitdijk groter zou zijn dan binnen het afgesloten deel van de Lauwerszee zelf. Onontkoombaar is dat de vissers hun geluk verder van huis moeten beproeven. Deze ruimte biedt de Waddenzee nauwelijks, omdat zowel het oostelijk als westelijk ten opzichte van deze visgronden gelegen deel van de 535

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1972 | | pagina 45