stabiel gebleven. De genoemde uitschuringen vonden in hoofdzaak plaats in 1970; vóór die tijd zijn de natuurlijke uitschuringen slechts gering geweest. Aan de rivierzijde van de sluizen heeft de uitschuring tot op een afstand van 500 m eveneens 3,2 miljoen m3 bedragen; over het traject tot 1000 m rivierwaarts is totaal 4,8 miljoen m3 uitgeschuurd en tot 1500 m 5,1 miljoen m3. Verder rivierwaarts zijn geen uitschuringen meer geconstateerd. Uit de peilingen is verder gebleken, dat veel bodem materiaal is afgezet ten noorden van het be schouwde ontgrondingsgebied, dat gelegen was in het verlengde van de uitwaterings sluizen. De uitwateringssluizen in het Haringvliet; rechts de zee 520

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1972 | | pagina 30