beschikbaar zijn, loopt van 2 november 1970 tot 1 mei 1971. De lodingen werden in deze periode uitgevoerd met een frequentie van eenmaal per drie maanden. Op het Haringvliet en het Hollands Diep werd maar één keer per jaar gelood, omdat op deze rivieren geen bodemveranderingen van enige betekenis werden verwacht. Het Waalzand is in deze periode grotendeels afgezet in de Nieuwe Merwede: de stroom- snelheden in de benedenmond van de Nieuwe Merwede zijn dusdanig afgenomen, dat er bij de vrij lage Bovenrijnafvoeren die gedurende de beschouwde periode zijn opgetreden, vrijwel geen Waalzand meer over was om in het Hollands Diep te worden afgezet. De hoeveelheid op de Nieuwe Merwede afgezet bodemmateriaal bedraagt nu een veelvoud van wat er vroeger tot sedimentering kwam. Behalve zand wordt er thans in de Nieuwe Merwede ook veel slib afgezet, dat vroeger naar het Hollands Diep werd gevoerd, en ook nog tot ver in het Haringvliet en het zeegat van Goeree. Uit de lodingen volgt voor de Nieuwe Merwede een inhoudsvermindering van niet minder dan 1,7 miljoen m3. Men bestudeert met het oog op deze ontwikkeling thans ook nog afzonderlijk het aan de Boven Merwede grenzende gedeelte van de Waal; bij volgende zandbalansen zal dat rivierstuk mede in de beschouwingen kunnen worden betrokken. De Boven en Beneden Merwede, die vroeger duidelijke getijrivieren waren, hebben na de afsluiting van het Haringvliet meer het karakter van een bovenrivier gekregen. De gemiddelde maximale ebstromen zijn welis waar afgenomen, maar de stroom loopt nu Kmr-1032 750/ AANVOER ZEE ZAND CA 06 AANVOER ZAND EN SLIE GESCHAT 2 min m^ AFZETTING ZAND EN SLIE RICHTING ZANDTRANSPORT -07 AANZANDING7! j I STABIEL NATUURL'JKE INHOUDS VE RA N DERI N GE N IN min f _j-t-1.3 UITSCHURING I vrijwel uitsluitend in de ebrichting. Aanvan kelijk is er, in de periode november 1970- februari 1971, uitschuring opgetreden, op lopend van 0,2 tot 0,6 miljoen m3 zandverlies. Dit proces van uitschuring was trouwens al op gang gekomen na de afsluiting van het Volkerak in 1969. Inmiddels is blijkens lodin gen in de maanden april en mei 1971 de aan vankelijke uitschuring gevolgd door enige aanzanding van 0,1 a 0,2 miljoen m3. Te verwachten valt dat van nu af aan weer even als voorheen een klein deel van het Waalzand op de Boven en Beneden Merwede zal worden afgezet. Over het gehele halfjaar is de Beneden Merwede met 0,5 miljoen m3 uitge- schuurd, terwijl de resulterende verandering Fig. 4. Zandbalans over de van de Boven Merwede verwaarloosbaar klein periode 2 november 1970- 1 mei 's gebleken. 1971 De natuurlijke uitschuring van de Dordtse Kil 515

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1972 | | pagina 25