kleilagen van 0,1-1 cm dikte (figuur 7). Aangezien sedimenten van het type 3 ver wacht worden in de afvoergeul voor de Haringvlietsluizen, zijn er op vrij uitgebreide schaal laboratoriumproeven naar het ont staan en de erosiegevoeligheid van deze af zettingen verricht (zie Bericht nr. 37, augustus 1966). Hierbij is gebleken dat gezien de ge meten slibconcentraties in het water, klei laag jes van 0,1-1 cm dikte onmogelijk in één kenteringsperiode kunnen zijn afgezet. Er is een aantal getijden nodig om zo'n laagje te vormen. Uit de proeven kon verder worden afgeleid, dat de cohesie van vers afgezette sliblagen snel toeneemt. Enige uren na de afzetting is erosie van het slib al niet meer mogelijk zolang de stroomsnelheden op 0,5 m boven de bodem beneden ca 0,6 m/sec blijven. Dit kan, met name bij doodtij, op ver- v* Fig. 5. Sedimentatie van het type 2 bij rustige omstandig heden 508

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1972 | | pagina 18