Fig. 3. Erosievlak in een scheve laag Fig. 4. Horizontale parallel lig gende zandlaagjes, een ver schijningsvorm van sediment type 2 bij sterke golfslag naast ook sterke golfslag aanwezig is. Golf- werking heeft bovendien tot gevolg dat op hoger gelegen platen veel zand in suspensie gebracht wordt. Dit zand kan door de stromen naar andere gebieden gevoerd worden. De horizontale parallelle zandlaagjes zijn dan ook toe te schrijven aan een gecombineerde wer king van golven en stromen. Een andere structuur, die duidt op veel rus tiger sedimentatiecondities, is het kleinschalig scheef gelaagde zand, al dan niet afgedekt met een dun kleilaagje (figuur 5). De scheve gelaagdheid wordt veroorzaakt door kleine ribbels van enige centimeters hoog, die in de stroomrichting bewogen hebben. Het kleilaagje is waarschijnlijk tijdens de kentering over de ribbel afgezet, maar later al dan niet geheel van de ribbelkam afgeërodeerd. Bij de kleinschalige scheefgelaagde zanden kan veelal sedimentatie in eb- zowel als in vloedrichting worden aangetoond; boven elkaar, maar soms ook naast elkaar. Sedimenttype 3 is gekenmerkt door fijn zand (gemiddelde korreldiameter: 75-180 mu), en kleilagen. Als er sedimentaire structuren zijn vindt men een lenzenstructuur en een zand/ klei-afwisseling. De lenzenstructuur bestaat uit zandlenzen van onregelmatige vorm, ingebed in klei (figuur 6). De zandlenzen zijn te danken aan geïso leerde kleine ribbels die bewogen hebben over een kleibed, en die naderhand door klei zijn afgedekt. De grens tussen zand en klei is meestal zeer scherp. De zand/klei-afwisseling bestaat uit horizon taal gelaagde scherp begrensde zand- en Fig. 2. Mechanisme van de vor ming van zandribbels 507

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1972 | | pagina 17