De uitbreiding van het
sluizencomplex in het Volkerak
Reeds in het eerste jaar na het in gebruik
stellen van de Volkeraksluizen bleek de om
vang van de scheepvaart door deze sluizen
veel groter te zijn dan de bij het ontwerp van
het complex gebruikte prognose, opgesteld in
1957, aangat De capaciteit van het schut-
sluizencomplex dient derhalve zo spoedig
mogelijk te worden vergroot.
Kort na de ingebruikneming van het schut-
sluizencomplex in het Volkerak, op 3 novem
ber 1967, bleek het scheepsaanbod al zo
groot te zijn dat zich zelfs bij normale weers
omstandigheden aanzienlijke wachttijden
voordeden. De cijfers over 1968 toonden
duidelijk aan hoe sterk het scheepvaartverkeer
door het Volkerak in de afgelopen jaren was
toegenomen.
In 1957 passeerden 99 000 schepen met een
totaal laadvermogen van 50 miljoen ton het
Volkerak. In 1968 werden 170 000 scheeps-
passages met een totaal laadvermogen van
120 miljoen ton geteld. Daarmee werd de
prognose van 1957 met 45% overschreden
voor wat betreft het aantal geschutte schepen,
en voor 40% wat betreft het gemiddeld ton
nage der schepen. Het aantal schepen is met
5% cumulatief per jaar toegenomen, terwijl
het passerend laadvermogen zelfs steeg met
8% cumulatief per jaar.
Daarbij moet men evenwel bedenken dat het
verkeer door de Volkeraksluizen thans voor
30% bestaat uit zandschepen, komende van of
op weg naar de Oosterschelde. Beschouwt
men alleen het overige transport, dan blijkt
dit in aantal te zijn gestegen met 4% per jaar
cumulatief. Dit percentage is niet uitzonderlijk
in vergelijking met de ontwikkeling elders.
De naar men destijds meende ingebouwde
overcapaciteit bestemd om de verdere groei
alsmede verkeerspieken na storm of mist op te
vangen, was al meteen verdwenen; het gehele
vermogen bleek direct nodig voor het normale
schutbedrijf. Wachttijden waren vanaf het begin
onvermijdelijk. Zelfs onder normale omstandig
heden liepen ze sinds de opening nog verder
op door verdere toeneming van het scheeps
aanbod en door vermindering van de maxi
mumcapaciteit van het complex ten gevolge
van de grotere waterstandsverschillen na de
afsluiting van het Volkerak op 28 april 1969.
De capaciteitsvermindering van 20% van de
oorspronkelijke capaciteit zal tot aan de af
sluiting van de Oosterschelde merkbaar zijn.
Daarna zal het waterstandsverschil aanzienlijk
afnemen. Uitgaande van een voortgaande
stijging van het scheepsaanbod, zullen, als het
sluizencomplex niet zou worden uitgebreid,
over enkele jaren ontoelaatbare wachttijden
ontstaan, zeker wanneer door beschadiging of
voor onderhoudswerkzaamheden één sluis
tijdelijk moet uitvallen. De noodzakelijke capa
citeitsvergroting kan worden gevonden in de
bouw van een derde schutsluis voor de be
roepsvaart en door de bouw van een afzon
derlijke sluis voor de jachtvaart. Voor een
derde schutsluis is al vanaf het eerste ontwerp
van het complex ruimte gereserveerd, zie
bijvoorbeeld Bericht nr. 18 (nov. 1961); ten
behoeve van de afsluiting van het Volkerak
werd het gereserveerde terrein in 1966
tijdelijk bestemd voor de aanleg van een
bouwdok voor doorlaatcaissons.
De derde sluis zal dezelfde kolkafmetingen
krijgen als de aanwezige sluizen en dus
320 x 24 m meten. Ook de drempeldiepte op
N.A.P.-6,25 m zal gelijk zijn aan die van de
bestaande schutsluizen. De derde sluis zal
echter niet met een tussenhoofd worden uit-
483