l!
CO CO
E 2.Ö.
c
«0 c CO
O a>
O)
"D
8 s
(D U
CO
ra
Q c
K5
27-4-71
1
2
10.15 3
10.37
10.30
10.33
10.40
10.39
10.39
10.26
10.39
10.39
10.38
10.19
K6 28-4-71
1
2
11.04 3
11.09
11.07
11.05
11.09
11.09
11.13
11.16
11.07
11.07
11.10
11.06
S 6 29-4-71
1
2
11.48 3
12.02
12.03
12.07
12.10
12.04
12.05
12.10
12.02
12.02
12.05
11.58
S 5 1-5-71
1
2
13.55 3
14.02
14.06
14.06
14.04
14.06
14.07
14.00
14.03
14.06
14.06
14.00
nauwkeurig kon aflezen. Het hieruit opgestelde
tijdschema, dat aan de deelnemende groepen
werd doorgegeven, heeft goed voldaan.
Het Waterloopkundig Laboratorium 'De Voorst'
had voor een eerste modelproef ongeveer
drie uur nodig. Het eerste bericht moest vier
uur voor de kentering binnen zijn op de in te
varen caisson. De voorspelling van het verloop
van het verticaal getij in zee ter plaatse van
de getijmeetopstellingen BG VI en BG VIII en
het doorgeven van deze voorspelde water
standen aan 'De Voorst' en aan de 'Deltar'
kostte natuurlijk ook tijd, evenals de uitwer
king van de meetresultaten van de model-
proeven en het transport van het eerste
bericht over het verloop van de snelheden in
het noordelijk sluitgat en over het kenterings
tijdstip. De gehele cyclus van voorspellingen
nam al met al niet minder dan ongeveer
13 uur in beslag. Al die tijd moest het getij in
zee worden voorspeld, als noodzakelijke
randvoorwaarde voor het bepalen van de
getij-invloed met behuip van het hydraulisch,
het elektrisch en het mathematisch model.
In de 'Deltar' kon een getijproef aanmerkelijk
sneller worden uitgevoerd dan in het hydrau
lisch model, zodat tegen elke hydraulische
proef twee elektronische konden worden
gedaan. De tweede Deltarproef had een lang
duriger stuk natuurgetij als randvoorwaarde
dan de eerste proef. Na het derde bericht aan
de uitvoerders van het werk kon men nog
doorgaan met het maken van Deltar-voorspel-
lingen, op basis van steeds groeiende kennis
van het werkelijke getij, zodat eventueel nog
een herziening kon worden gegeven van het
laatst doorgegeven kenteringstijdstip.
Als plaats waarvoor de getijvoorspelling werd
uitgevoerd had men de getijmeetpaal BG VII
gekozen. Basis van de voorspelling van het
getij was een synthetisch astronomisch getij
voor dit punt, dat met behulp van de computer
enige maanden tevoren berekend was uit
115 getijcomponenten, ontleend aan een in de
natuur geregistreerde getijperiode van recente
datum. In april, tijdens de werkzaamheden in
het noordelijk sluitgat, is deze synthese op
basis van de allernieuwste gegevens nog
gewijzigd.
Deze synthese, samen met de in de natuur
gemeten waterstanden ter plaatse van de
getijmeetpalen BG VI en BG Vil die om het
kwartier vanuit Zierikzee per vaste telefoonlijn
aan het centrum te 's-Gravenhage werden
doorgegeven, alsmede de door het K.N.M.I.
gemeten en verwachte windsnelheden en
-richtingen maakten het mogelijk een gecor
rigeerde getijvoorspelling voor BG VII op te
471