werking en detaillering overlaat aan een
volgende generatie, met mogelijk andere
behoeften en inzichten.
Zo'n keuze zou goed aansluiten bij de
opvatting dat de toeneming van de recreatie
druk in de Delta, na een schoksgewijze
ontwikkeling in de beginfase, op de lange
duur meer geleidelijk zal verlopen. Voor wat
de weekend- en vacantierecreatie betreft is
de toeneming van de druk onmiddellijk
afhankelijk van de vestiging en uitbreiding
van verschillende soorten verblijfsaccom-
modatie, terwijl de toeneming van de dag-
recreatieve trek in hoge mate afhangt van de
uitbouw en verbetering van het wegennet,
meer in het bijzonder van de totstandkoming
van nieuwe verkeersverbindingen over het
Haringvliet.
Het gebruik van althans een deel van de
nieuwe gebieden in de Delta zal zich in de
loop der jaren kunnen ontwikkelen van over
het geheel genomen zeer extensief tot meer
intensief. Van de aanvang af zal de recreatie
zich concentreren in enkele punten die door
hun ligging ten opzichte van de primaire
ontsluitingswegen - bijvoorbeeld de Dammen-
weg - goed bereikbaar zijn. Moeilijk bereik
bare streken blijven voorshands weinig
bezocht. De verdeling van het beschikbare
gebied in zones van verschillende gebruiks-
intensiteit wordt daardoor in de hand
gewerkt. Dat is van uitzonderlijk belang voor
het goed functioneren van de natuur
reservaten, en wenselijk vanuit een oogpunt
van recreatie-diversiteit.
De recreatiedruk zal voorlopig op de ge
bieden die liggen tussen de druk bezochte
recreatieprojecten en de natuurreservaten,
zeer gering zijn. Hij kan verder nog in hoge
mate worden gereguleerd door de aard en de
mate van ontsluiting. De vraag rijst dan, of
zulke gebieden, waarbij bijvoorbeeld gedacht
kan worden aan de uitgestrekte Slikken van
Flakkee, niet goed gebruikt zouden kunnen
worden voor het op gang brengen van
natuurlijke ontwikkelingen, echter niet
speciaal met het doel om bepaalde zeldzame
flora- en fauna-elementen te behouden, maar
om een natuurgebied in te richten dat voor
niet-biologisch geschoolden interessant is, en
hen in contact brengt met de ongecultiveerde
natuur. Het gebied zou dan voor iedereen
toegankelijk moeten zijn, zodat ieder die
daar enige inspanning voor over heeft er op
avontuur kan gaan. De in dergelijke gebieden
uiteindelijk onder te brengen elementen
kunnen variëren van wildernis tot weiland, en
wellicht is het mogelijk biotopen tot stand te
brengen waarin verschillende soorten in
heemse zoogdieren zich thuis zullen voelen.
Zo er al paden zijn, blijven ze onverhard, of
worden ze in een enkel geval summier
verhard. Een dergelijk gebied zou de
entourage kunnen vormen voor wat men zou
kunnen noemen 'ongebaande recreatie'.
Van de bezoekers zal een zekere inventiviteit
worden gevraagd; zij zullen zich wat moeite
moeten getroosten. Misschien wordt op die
manier tegemoet gekomen aan een vooral bij
de jongeren te onderkennen neiging, zich
af te wenden van veelbetreden paden, van
aanwijzingen en geboden.
De toekomst zal leren of aan dergelijke
gebieden behoefte bestaat. De belangstelling
voor het milieu en de natuur neemt echter
toe, als men die mag afmeten aan, bijvoor
beeld, het aantal boeken dat erover ver-
466