weer tot gevolg, dat de valsnelheid van de
blokken verder toenam. Het plotselinge op
waartse effect dat de helikopter ondervond
door het afwerpen van de last, werd zoveel
mogelijk gebruikt om de machine snel op te
trekken en daardoor het opspattend beton te
ontwijken. Toch moest op 27 november een
hoofdrotorblad worden vervangen omdat in de
zijkant een kleine deuk was geslagen. Volgens
normale veiligheidsregels mocht er met dat
blad niet verder worden gevlogen, en de proef
moest dus enige tijd worden onderbroken.
Nadien zijn de drie blokken 90° gedraaid,
zodat ze voortaan haaks op de lengte-as van
de vliegende kraan hingen. Het tegen elkaar
stoten bij de val in het water werd door deze
verandering in de ophanging zeer sterk ver
minderd. Tegelijkertijd beperkte men de val
snelheid van de blokken van 20 tot 10 m/sec
door langzamer te gaan vliegen en zo
mogelijk nog minder dan 10 m storthoogte aan
te houden. De betonsplinters vlogen nu
minder hoog op, en bovendien meer zijdelings
dan voorheen.
Gedurende het gehele verdere verloop van de
proef is deze valsnelheid dan ook aangehou
den. Het nadeel van de veranderde manier
van storten was, dat de kruin nu 3 m breed
werd in plaats van 1 m en met een gelijk
aantal blokken minder hoog kon worden
opgebouwd. Tenslotte is men dan ook terug
gekeerd naar de ophanging van de blokken
zoals die aanvankelijk was, namelijk in de
lengte-as van de vliegende kraan. Door de
opbouw van de krib was de waterdiepte
immers verminderd, er kwamen niet meer
zulke waterfonteinen omhoog, en daardoor
werden de betonsplinters ook minder ver
455