w
K
rv
;j
M I
I
T'
I i
V
w
f
1
1/
zal zijn; er kan dan meer opperwater naar het
zuiden worden afgevoerd. Het zal pas voor
goed gedaan zijn met de zoutinfiltratie hier,
wanneer ook de Osterschelde is afgesloten en
de noordelijke uitloper van het Zeeuwse Meer
is verzoet.
Morfologie van het mondingsgebied
Van de secundaire effecten die optreden
ten gevolge van de Haringvlietsluizen wordt
nu eerst de morfologie besproken van het
mondingsgebied zeewaarts van de dam, en
in het aangrenzende kustgedeelte.
Uit de eerste meetresultaten in het mondings
gebied blijkt dat de berekeningen van de
getijbeweging in dit gebied redelijk nauw
keurig zijn geweest. De morfologische ont
wikkelingen verlopen, mede als gevolg van de
Fig. 8 Slibgehalte van het
bodemsediment in het mondings
gebied van het Haringvliet als
functie van de afstand uit de
dam
Fig. 9 Stroomsnelheden in het
benedenrivierengebied bij ver
schillende Bovenrijnafvoeren
voor en na de afsluiting
PERCENTAGE <5
O/i SLIS
I
I
I
4 PERCENTAGE
50 ft (SLIB)
I
I
I
I
1
1
1
1
1
I
I
I
I
1
9 DECEMBER 1969
Si APRIL 1971
O 2 t 6 B- K> 12 km
356