zodat het eutrofiëringsproces ondanks de gernge aanvoer van fosfaten een aanzienlijke inv oed op de hoedanigheid van het water blij t uitoefenen. Deze invloed kan zich op vel rlei wijzen manifesteren. Algen kunnen on1 er meer een zeer onaangename reuk en sm ak aan het water meegeven. Ook leidt eut ofiëring ertoe dat het water kleur aan- nee mt en minder doorzichtig wordt. Boven- die zullen bij een overmatige algengroei bin ien het tijdsbestek van één etmaal grote set ommelingen in het zuurstofgehalte kun- nei optreden, hetgeen de biologische ge ste dheid van het water in ongunstige zin kan bei ïvloeden. Tijdens het afstervingsproces var de algen, waarbij aanzienlijke hoeveel- her en organisch materiaal vrijkomen, kan het zul .stofgehalte vooral in de diepere lagen ste k dalen, zodat zelfs vissterfte optreedt, nai iel ij k wanneer het zuurstofgehalte daalt bei eden 3 mg/1. Is er sprake van zuurstof loc heid of anaerobie, dan zal het minerali- sat eproces zich in een gereduceerd milieu afs elen, wat gepaard kan gaan met stank en otting. He zal na deze algemene beschrijving van hei eutrofiëringsproces duidelijk zijn dat kui stmatig versnelde eutrofiëring met het oog op ;en optimaal gebruik van het oppervlakte- wa er voor verschillende doeleinden zoveel mo jelijk dient te worden voorkomen. Bij de be; rijding en bestudering van dit verschijnsel kar nuttig gebruik worden gemaakt van de en, ringen met natuurlijke, en kunstmatige me en en spaarbekkens in binnen- en buiten- lan hoewel het een feit blijft dat de ver- hoi dingen elders soms geheel anders liggen wa betreft de factoren die het proces direct of direct beïnvloeden. Met name de fysisch- chr nische gesteldheid van het water alsmede de chaal waarop en het klimaat waarin de eut ofiëring in de Deltawateren optreedt, ma en het noodzakelijk dat in sommige op zie ten voor de bestrijding van het eutro- fiër ngsproces in onze Delta eigen wegen wo den gezocht. Het tempo van de processen is I er veel gematigder dan in warme en zoi ïige gebieden, terwijl de relatief grote die te van de Deltawateren in vergelijking me andere meren in Nederland een gunstige fac or vormt bij het voorkomen van eutro- fiër ng. Tei bestrijding van het eutrofiëringsproces kor en verschillende methoden in aanmerking. All 'eerst mechanische methoden, waarbij de alg n op mechanische wijze uit het water wo den verwijderd. Dan zijn er fysische me ïoden: met samengeperste lucht kan de; ratificatie tot stand gebracht worden, een middel waarmee de algengroei in diepe bek kens en meren aanzienlijk beperkt kan wor den. Er zijn voorts chemische methoden, be staande in toevoeging aan het water van chemicaliën die een toxische invloed uit oefenen op de algen. Men kan ook biologi sche methoden gebruiken, door bijvoorbeeld organismen aan het water toe te voegen die de celinhoud van algen voor hun stofwisseling gebruiken. Er is tenslotte ook een ecologische methode van bestrijding mogelijk; men be perkt dan één of meer factoren die de groei- snelheid van de algen bepalen. Daar de resultaten van onderzoekingen elders niet rechtstreeks overgebracht kunnen wor den in het Deltagebied, moet met behulp van de beschikbare ervaringen worden onder zocht of en in welke mate eutrofiëringsver- schijnselen in de toekomstige Deltameren zijn te verwachten en welke hier de meest doel matige bestrijdingsmethoden zijn. Vooral de ecologische methode lijkt gunstige perspec tieven te bieden voor toepassing op grote schaal in het Deltagebied. Deze methode is gericht op fosfaatverwijdering door toevoe ging van chemicaliën - aluminiumzouten, ijzerzouten of kalkverbindingen - aan het in te laten water. Gedurende het jaar 1971 zal aan het in het Brielse Meer in te laten water een oplossing van ijzerzouten worden toe gevoegd. Het effect van deze maatregel zal nauwkeurig worden nagegaan, en te zijner tijd in deze Berichten worden besproken. 311

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1971 | | pagina 41