de sleepboten 'Groenland' en 'Independent' voluit tegen de vrije kopwand van de
drijvende caisson gedurende de gehele tijd dat die dwars op stroom lag. Alleen
bij de laatste plaatsing kon bij gebrek aan ruimte niet op deze doeltreffende manier
voor juiste plaatsing boven de drempel worden gezorgd. Daar waar de twee caissons
tegen elkaar werden geduwd, kon de hoek waaronder de nieuwe caisson tegen de
vorige aansloot, zo nodig worden gevarieerd door verschil aan te brengen in de
dikte van de hardhouten opvullingen tussen de steunberen. De vrije zijde van elke
nieuwe caisson moest echter worden 'ingezicht', dat wil zeggen door optische waarneming
precies in de raai 'as der caissons' worden gebracht. Deze plaatsbepaling werd zeer
bemoeilijkt door het feit dat elke caisson wel enige slagzij maakte. Hierdoor lag het
midden van de bovenkant van de caisson, waar de waarnemer voor het inzichten stond,
nimmer recht boven het midden van de onderkant, waar het bij de plaatsbepaling om
begonnen was. Een eenvoudige berekening leert, dat de horizontale verschuiving op
15 meter de afstand tussen de onderkant en de bovenkant der caissons bij één
graad slagzij 35 cm bedraagt. Met behulp van een hellingmeter en een schaalverdeling
465