De kabelbaan over het Brouwershavensche Gat De afsluiting van het Brouwershavensche Gat is begonnen met de aanleg van dam- vakken op de midden in die zeearm gelegen Middelplaat en Kabbelaarsbank. Aan weers zijden van dit centrale damvak-eiland zullen sluitgaten worden gevormd. In de nummers 38 (november 1966) en 39 (februari 1967) van deze Berichten werden de overwegingen weergegeven welke hebben geleid tot de keuze van een geleidelijke slui ting met behulp van een kabelbaan voor de zuidelijke geul van het Brouwershavensche Gat en van een sluiting met doorlaatcaissons voor de noordelijke geul, de Kous. Deze simultane sluiting, die in 1971 zal plaatsvinden, vraagt een nauwkeurige voorbereiding ten aanzien van het tempo waarmee in beide geulen de stroom van week tot week moet worden beteugeld. Tijdens de sluiting moet de afvoer in beide geulen in dezelfde mate afnemen, om hinderlijke dwarsstromingen en oncontroleerbare ontgrondingen in het platengebied achter het tussen de geulen gelegen damvak te ontgaan. Dit houdt in dat de eigenlijke sluitingswerkzaamheden, bestaande uit het opstorten van de sluitdam en het afzinken van de doorlaatcaissons met de daarop volgende manipulaties met de schuiven, op elkaar moeten zijn afgestemd en bij onverhoopte vertragingen of tegen slagen soepel moeten kunnen worden aangepast. In de praktijk is ervan uitgegaan dat de kabelbaan geen hogere capaciteit behoeft te hebben dan overeenkomt met een slui tingsduur van 9 a 10 weken, waarbinnen ook de caissonsluiting van de zuidelijke geul kan plaatsvinden. Uit modelproeven is gebleken dat tijdens de voorafgaande periode veel grotere ont grondingen moeten worden verwacht dan tijdens de sluitingswerkzaamheden zelf. Toch zal er uiteraard naar gestreefd worden de ontgrondingen ook tijdens de sluiting, vooral aan de Schouwense oever, binnen redelijke grenzen te houden; maar een duidelijke aan wijzing of de sluitingsduur 10 dan wel 15 weken mag bedragen, volgde uit het model onderzoek niet zonder meer. Mede op grond van uitvoeringstechnische overwegingen is het tenslotte nog toelaatbaar geacht dat de sluiting in 12 a 15 weken tot stand wordt gebracht. Er is dan nog gelegen heid om in hetzelfde werkseizoen het damlichaam van zand tot voldoende hoogte op te spuiten en te verdedigen vóór de najaarsstormen inzetten. In totaal moet in de sluitdam van de zuidelijke geul ongeveer 600 000 ton stortmateriaal worden verwerkt. Rekening houdend met onwerkbaar weer en met een aan- en afloop- verlies van 2 a 3 weken moest dus een installatie worden ontworpen waarmee de dam in 74

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1967 | | pagina 20