ISO-OOO
Energiespectrum in grafiekvorm
100.000
50000
o
uitsluiting van de zeegolven alleen veroorzaakt door golven die de wind in het bekken
zelf opwekt. De dijken, die in de eerste figuur met een pijl aangegeven zijn, liggen nu nog
bloot aan golven die door de wind in de Noordzee en in het zeegat zijn opgewekt. De af
sluiting verkort de strijklengte van de wind sterk, er komen geen zeegolven meer, en de
waterdiepten zijn vooral bij stormvloeden veel geringer dan onder de huidige omstan
digheden. Daardoor zal de golfaanval op deze waterkeringen in de toekomst belang
rijk geringer zijn, en zich afspelen op een lager niveau van het dijktalud.
In het noordelijk bekken, voornamelijk bestaande uit het Haringvliet, komt na de afslui
ting nog wel variatie in de waterstanden voor. De waterhoogten zullen hier tijdens storm
vloeden, wanneer de Haringvlietsluizen gesloten zijn, kunnen oplopen tot een hoogte van
N.A.P. 3 m. De golven die door de wind in dit bekken worden opgewekt, blijven vanaf
de sluis tot het eiland Tiengemeten zeker lager dan onder de huidige omstandigheden,
niet alleen door de beperkte strijklengte van de wind, maar vooral ook doordat de water
standen tijdens stormvloeden niet meer zo hoog oplopen; de plaatselijk voorkomende
ondiepten kunnen dan reducerend op de golfbeweging inwerken.
Aan de zeezijde van de afsluitdam wordt de golfbeweging, en daarmee ook de zwaarte
van de golfaanval, na de afsluiting nog steeds sterk bepaald door de bodemligging van
de onderwaterdelta. Men mag verwachten dat zich hier door de afsluiting der zeegaten
bepaalde veranderingen in de bodemfiguratie zullen voltrekken. Het onderzoek naar
deze veranderingen is in een gevorderd stadium. Zodra er resultaten van bekend zijn,
kan nagegaan worden in hoeverre een verandering in het patroon van de golfaanval op
deze kustgedeelten in de toekomst kan worden verwacht en kan met redelijke nauw
keurigheid worden voorspeld welke golfaanval de afsluitdammen zullen ondervinden
tijdens stormvloeden.
Geprogrammeerd golfschot
Bij de voorspelling van de golfbeweging wordt gebruik gemaakt van de kennis die uit
de golfmetingen in dit gebied is verkregen, terwijl het bovendien ook mogelijk is om in
een waterloopkundig laboratorium de golfbeweging op natuurgetrouwe wijze na te boot
sen, zodat proefondervindelijk kan worden bepaald welk type verdediging in een be
paald geval de voorkeur verdient. Het golfonderzoek in de natuur heeft ook een ver-
92