In het tweede deel van het onderzoek is nagegaan welke vervorming de twee laatst genoemde dammen een dam met scherpe kruin en een met dubbele kruin kunner ondergaan in de extreme omstandigheden van een stormvloed, die immers ook in de sluitingsperiode een kans van optreden heeft. In een stroomgoot van het Waterloopkun dig Laboratorium werd een sectie van een dam beproefd onder gelijktijdige aanval var stroom en golf. De golfhoogte werd hierbij onveranderlijk op twee meter gehouden, ter wijl het verval langzaam werd opgevoerd. De benedenstroomse waterstand werd ge fixeerd op N.A.P. Om tevens een inzicht te verkrijgen in de uitwerking van een storm tijdens de verschillende stadia van de bouw werd de kruinhoogte van de dam gevarieerd Ook onder extreme omstandigheden blijkt een dam met een dubbele kruin een grotere weerstand te bezitten dan een dam met een enkele kruin. In de eerste serie proeven were de stroomrichting steeds gelijkgehouden aan de voortplantingsrichting van de golven deze situatie zal in de werkelijkheid het meest voorkomen tijdens vloed. Om na te gaan wat er in de daarna intredende eb zou gebeuren, is in een aantal gevallen na enige tijd de stroomrichting in het model omgekeerd. De kruin van de dam bleek nu te worden vervormd tot ze een enigszins platte, brede gedaante had aangenomen. De grootste schade bleek bij deze gecombineerde stroom- en golfaanval bij een dam met dubbele kruin op te treden aan de benedenstrooms gelegen kruin. Hoe hoger de kruin, des te geringer de schade. Kan er geen golf meer over de dam slaan, dan treedt er ook geen beschadiging meer op. Zo bleek in het onderzoek een dubbelkruinige dam op N.A.P. 4 m geen schade meer op te lopen bij een bovenstroomse waterstand van N.A.P. 3 m. Als de sluitdam plaatselijk bezwijkt en er een stroomgat wordt gevormd, ontstaat in de werkelijkheid een zeer benarde situatie. De doorstroomopening van het totale sluitgat wordt er maar weinig groter door, en de vervallen, waarvan de grootte bepaald wordt door de totale doorstroomopening, zullen maar weinig of helemaal niet kleiner worden Ter plaatse van het stroomgat echter zullen de snelheden naarmate het gat dieper wordt, steeds hoger oplopen. Het gevaar is dan niet denkbeeldig dat er een doorgaande uit schuring optreedt, waardoor ineenstorting van de gehele sluitdam wordt ingeleid. Om het effect van de groter wordende snelheden in het model na te bootsen is het verva D DAM HOOGTE Adn=KENMERKENDE AFMETING VAN HET STORTMATERIAAL 72

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1967 | | pagina 18