bodemlagen onder de oevers van de eilanden tot een diepte van ongeveer N.A.P. - 10 m. De erosiebestendigheid van de kleilagen kan als goed worden gekwalificeerd. De weerstand tegen erosie van de zogenaamde spekkoeklagen komt in grote lijnen overeen met die van kleilagen. In het Driemaandelijks Bericht nr. 37 (augustus 1966) werden hier over reeds mededelingen gedaan. Het fijne wad- en estuariumzand is maar weinig erosie- bestendig. Onder het eiland Voorne komt op een diepte variërend van 2 tot 6 m beneden N.A.P. een 2 a 3 m dikke jong holocene kleilaag voor, en daaronder plaatselijk spekkoek- lagen. Deze situatie heeft een stabiliserende invloed op de oevererosie langs de zuid oostkust van Voorne. Het kustprofiel is daar weliswaar steil, doch in de laatste decennia is er slechts een beperkte oeveraantasting opgetreden. De laatste jaren blijkt deze oeveraantasting enigszins toe te nemen, echter met relatief geringe snelheid. Naar de westpunt van Voorne komt de kleilaag dieper te liggen. Mogelijk kan in de boven- 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1967 | | pagina 28