specialisten op dit gebied goed kan worden overzien. De werkgroep heeft een onder zoek ingesteld naar de toepassing van deze materialen in bodembeschermende con structies, en de resultaten daarvan in een tweetal deelrapporten vastgelegd. In deze rapporten wordt slechts oppervlakkig gesproken over de opbouw, vervaardiging en eigenschappen der betrokken materialen. Het ene deelrapport heeft betrekking op de kunststofweefsels, het andere op de kunststoffolies. Bij de weefsels zijn de kunststof draden als monofilamenten of als samengestelde draden in twee loodrecht op elkaar staande richtingen geweven, waarbij tussen de draden openingen van verschillende af meting aanwezig blijven. Het weefsel is dus waterdooriatend. Kunststoffolies bestaan uit een ononderbroken, zeer dunne laag van kunststof; ze bevatten geen openingen en zijn derhalve niet waterdooriatend. De belangrijkste onderzochte materialen zijn: nylon, polyvinylchloride, polyetheen en polypropyleen. Werkgroep C heeft zich bij het onderzoek in het bijzonder met bitumineuze constructies beziggehouden, waarbij veel aandacht werd besteed aan de vraag hoe asfaltmastiek als bodembescherming is te verwerken. Daarbij heeft de werkgroep de beschikbare gege vens over het gedrag van asfaltmastiek in de Krammer bij de afsluiting van de Greve- lingen nader geanalyseerd en heeft zij de resultaten van de bij de afsluiting van de Grevelingen genomen proeven met gebitumineerd zand als dambouwmateriaal aan een nader onderzoek onderworpen. Ook de mogelijke toepassing van warm en koud zand- asfalt werd bezien, terwijl de gepenetreerde steenbestorting mede in de beschouwingen werd betrokken. Bruikbaarheid Uit de resultaten van de verschillende studies blijkt dat men de verschillende typen bodembescherming voor wat betreft hun toepasbaarheid in de grote sluitgaten in drie groepen kan verdelen: ongeschikte constructies, beperkt geschikte constructies en ge schikte constructies. Constructies worden in het rapport van de commissie, die immers moest nagaan welke bodembeschermingen voor onmiddellijke ioepassing in de grote sluitgaten in aanmerking komen, ongeschikt genoemd wanneer zij óf te weinig ontwikkeld zijn dan dat hun waarde thans met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld, terwijl er weinig kans is dat daarin op de termijn waarbinnen over het gebruik voor de Delta- 511

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1967 | | pagina 9