in alle zaken die asfalt betroffen, de firma Key en Kramer N.V. vanwege haar grote ervaring met koud asfalt, het Shell-laboratorium te Amsterdam als bevoegde instantie op het gebied van warm asfalt, de N.V. Bitumarin, die al in de Grevelingen heeft geƫxperimenteerd met methoden voor het onder water leggen van een asfaltslab, de Vereniging van Kunst- en Oeverwerken als overkoepelende zinkwerkorganisatie en het Ministerie van Sociale Zaken, afdeling Arbeidsvoorziening, onder meer om licht te brengen in de sociale problemen van het rijshoutbedrijf. Werkwijze van de commissie 'Inventarisatie Bodembescherming' Voor de beoordeling van de geschiktheid van een bodembeschermende constructie is het noodzakelijk de kenmerkende eigenschappen van zo'n constructie vast te stellen. Ze zijn te verdelen in materiaaleigenschappen als sterkte, buigbaarheid, bestandheid tegen uitwendige - bijvoorbeeld biologische - invloeden, en constructie-eigenschappen zoals weerstand van de constructie tegen stroom- en golfaanval. De golfaanval is bij het onderzoek slechts zijdelings in de overwegingen betrokken, omdat deze factor bij de toepassing in sluitgaten in het algemeen slechts een onder geschikte rol speelt. Voor een aantal constructies is ter vergelijking ook de toepassing als talud- en oever bescherming nagegaan. Dit bleek niet alleen wenselijk omdat men niet altijd een duidelijke scheiding kan maken tussen bodem- en oeververdediging, maar ook omdat van een aantal nieuwe materialen belangrijk meer bekend was als taludverdediging dan als bodembescherming. Om doelgericht te kunnen werken werd een drietal werkgroepen gevormd, die elk een bepaald type bodembescherming als onderwerp van studie toegewezen kregen. Naast leden van de commissie namen in elk der drie werkgroepen ook andere, daartoe uitgenodigde, deskundigen zitting. Werkgroep A bestudeerde de rijshouten, betonnen en rieien zinkstukken, werkgroep B de bodembeschermingsconstructies van kunststoffen en metalen, en werkgroep alle bodembeschermingsconstructies waarin asfalt is verwerkt. Alleen bij uitzondering werden door de commissie nieuwe onderzoekingen uitgevoerd of aan derden opgedragen. Wel werden gedurende het verloop van de studie door het Waterloopkundig Laboratorium bepaalde onderzoekingen uitgevoerd, waarvan de ter beschikking gekomen resultaten in de verschillende afzonderlijke studies werden ver werkt. Ter beoordeling van de geschiktheid van een materiaal of constructievorm hebben de werkgroepen steeds gelet op een viertal hoofdcriteria: de constructiekenmerken, het gedrag als bodembescherming, de wijze van werking en de kosten. De constructiekenmerken kunnen velerlei zijn. Gelet werd op de zanddichtheid, zowel van elk stuk bodemverdediging afzonderlijk als van de naden die ontstaan wanneer men de verdedigingen naast elkaar neerlegt. De doorlatendheid voor lucht, gassen en water werd beoordeeld, alsook de geschiktheid om de bodemfiguratie en de veranderingen die daarin kunnen komen te volgen. Er is voorts gekeken naar de mechanische sterkten, zoals buig- en treksterkte, en het gedrag bij ankerbeschadiging; naar de weervastheid en bestendigheid onder water; naar de resistentie tegen biologische en chemische aantasting. Gaat men het gedrag van een constructie of materiaal als bodembescherming na, dan let men op de stabiliteit met betrekking tot overtrekkende stroom, wervelingen en neren; op de hydraulische ruwheid, en de randeffecten met betrekking tot ruwheid, dikte en flexibi liteit van de verdediging. 508

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1967 | | pagina 6