van de belangrijkste onderdelen van het werk was daarom het asfaltbedrijf. Voor het penetreren van de steen in de taluds beneden N.A.P. 5 m en voor het maken van de asfaltslab aan de zeezijde van de dammen werd een gietspecie gebruikt van de volgende samenstelling: 26% grind 5-20 mm, 52% gegradeerd zand (zand A), 8% vulstof (zeer zwak), en 14% asfaltbitumen 80/100. Het asfaltbeton voor de bekleding van het buitenbeloop boven N.A.P. 5 m, de kruin en het binnenbeloop werd in één laag aangebracht van 20 cm dikte op het buitenbeloop en 15 cm dikte op het binnenbeloop, en had de volgende samenstelling: 44,5% steenslag 5-15 mm, 42% gegradeerd zand (zand A), 6,5vulstof (zeer zwak) en 7% asfaltbitumen 80/100. De gietspecie voor het damvak op de Middelplaat werd geproduceerd in molens van het type Amman 25 SN en die voor het damvak op de Kabbelaarsbank in een Barber Greene continu-mixer-molen. Het asfaltbeton werd gemaakt in Amman-1500-B-molens. Eén molen produceerde voldoende voor het damvak op de Middelplaat, voor het damvak op de Kabbelaarsbank werden er twee gebruikt, waarvan één met een grotere droogtrommel. De molens stonden alle opgesteld op het werkterrein nabij de zuidkop van het damvak op de Middelplaat. Aanvankelijk werd de specie rechtstreeks op het zandtalud gestort en geheel met de hand verwerkt; daarna werd gedurende een zeer korte periode voor het spreiden van de specie een laadschop van het type 'Drott' gebruikt. Al spoedig echter ging men over tot het gebruiken van draglines. De specie werd door de aanvoerauto's in een bak gestort, vanwaaruit de dragline de specie op het talud spreidde. Deze methode voldeed redelijk en werd op het grootste gedeelte van het werk op de Middelplaat gebruikt. Op de Kabbelaarsbank werd de specie gespreid met hydraulische kranen van het type Poclain' en 'Oleomat'; dit bleek een zeer efficiënte methode te zijn. Gedurende korte tijd werd geëxperimenteerd met een taludspreimachine, waarbij de specie met een transportband op de taluds werd aangebracht. Het zand werd met bull dozers afgewerkt en de aangebrachte specie werd met rollen en met trilwalsen verdicht. In totaal werden op de Middelplaat 12 000 ton gietasfalt en 34 000 ton asfaltbeton ver werkt, en op de Kabbelaarsbank 17 000 ton gietasfalt en 75 000 ton asfaltbeton. Uit een systematische analyse van de uit deze werken geboorde asfaltbetonkernen blijkt dat het gevonden holle-ruimte-percentage bijzonder laag is, nl. gemiddeld 3,95% bij het 545

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1967 | | pagina 43