GRIND 3 - 20cm
2
1. Verdediging van het buitenbeloop
2. Verdediging ter plaatse van de aansluiting van
de dam op de vleugelmuren
Aan één zijde stak het filterdoek 20 cm uit, waarmee een overlap werd gevormd bij
het leggen van de volgende baan. Ook aan de onderzijde steekt het doek uit, zodat
later de verdere bezinking op deze rand komt te liggen.
Wat de vorm van het beloop betreft kan nog opgemerkt worden dat gestreefd is naar
een zo gelijkmatig mogelijk verloop van de helling, teneinde de golven geen extra
aangrijpingspunten te verschaffen. De voor de noodzakelijke steun van de damwand
nodige berm werd daarom onder een helling van 1 10 gelegd, terwijl de ongelijk
heden, veroorzaakt door verschil in dikte van de verschillende constructies, werden
opgevangen in de vormgeving van het grondbeloop.
Zoals reeds opgemerkt, blijft het grondwerk de komende jaren liggen op een hoogte
van N.A.P. 6 m; pas daarna vindt verdere ophoging plaats tot de hoogte van de
verkeersweg over de uitwateringssluizen op ongeveer N.A.P. 18 m.
De thans gemaakt asfaltbekleding is aan de voet 1 m dik, verloopt naar een dikte
van 50 cm op N.A.P. 3 m en blijft daarboven gelijk.
Bij de latere verhoging van het zandlichaam zouden er tengevolge van het opspuiten
van zand grotere overdrukken onder de bekleding kunnen ontstaan dan die welke in de
eindtoestand kunnen voorkomen. Om deze drukken te reduceren zijn op twee hoogten
onder de bekleding met grind gevulde draineersleuven aangebracht, deze kunnen door
middel van pijpen door de bekleding heen water afvoeren. Als de dam geheel gereed
is en de grondwaterstand zich heeft aangepast, zullen de pijpjes worden afgebrand en
gedicht.
In het geval er holten in de penetratie zouden voorkomen, zou moeten worden gevreesd
dat hierdoorheen zand van onder de bekleding kan verdwijnen. Om dit te verhinderen
werd op het zandbeloop een filterdoek van polypropeen aangebracht. Om verwerking
mogelijk te maken en beschadiging tijdens de aanleg te voorkomen is dit doek voorzien
van een opgestikte rietmat. Aan de onderzijde werd de asfaltbekleding opgesloten
door een azobé-damwand met een dikte van 10 cm. De lengte van de planken moest
zo klein mogelijk zijn om de overdrukken laag te houden; aan de andere kant was
voor de vereiste stabiliteit van de wand een vrij grote lengte vereist. Om deze reden
zijn de planken afwisselend van lengte gemaakt, telkens twee planken van 4 m en een
plank van 3 m, hetgeen overigens het goed sluitend heien heeft bemoeilijkt.
527