tien ton voorgespannen kabels in de lengterichting verbonden. Deze kabels, die ter vergroting van de elasticiteit nog worden voorzien van nylon rekkers, komen in de ballastbakken, dus boven op de caissons. De korte zijden van de ballastbakken zijn hier toe opengehouden. Bij het slepen van de caissons zouden de door het slepen opgewekte krachten door de koppeldraden moeten worden opgenomen. Om dit te voorkomen worden de sleepkabels vastgemaakt aan de achterste caisson van de reeks en vervolgens langs de zijwanden naar voren geleid, zodat de caissons als het ware door de achterste caissons worden opgeduwd. De koppeldraden doen dus uitsluitend dienst om de caissonreeks goed ge strekt te houden. Het is niet noodzakelijk dat de caissonreeksen al dadelijk in de bouwput worden samen gesteld. De caissons worden eerst afzonderlijk via het Nieuwe Robbengat naar het vaar water naar Oostmahorn gevaren en daar in ruim water op een daartoe bestemde koppel plaats samengesteld. Met de gekoppelde caissons behoeft dan slechts over korte af stand te worden gevaren. Plaatsing van de caissons in het sluitgat Nadat een samenstel van caissons op een gunstig moment met betrekking tot het getij door het overblijvende sluitgat van de Lauwerszee naar het wad is gesleept, wordt de caissonreeks tijdens de ebperiode, dus wanneer het water uit de Lauwerszee naar buiten stroomt, geparkeerd, ongeveer op dezelfde wijze als destijds bij het Veersche Gat. Wan neer de kentering waarop de eb overgaat in de vloed komt doorzetten, wordt de cais sonreeks naar de drempel gebracht en vervolgens ingedraaid. Op het moment van de kentering wordt de caissonreeks als één geheel gezonken. Voor het toelaten van water zijn in het midden van de caissons twee afsluiters aange bracht. Bij het zinken komt het water door openingen in de bodem en in de zijwand via deze afsluiters in een bun. In deze bun zijn weer openingen aangebracht, die zo zijn ge vormd, dat de watertoetreding in de caissons gelijkmatig plaats vindt. Hierdoor wordt de invloed van de asymmetrische ligging van de middelste rib van de bodembak onge daan gemaakt. De caissons moeten gemiddeld over een afstand van 1,60 m zakken; dit 490

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1967 | | pagina 44