Het aan te leggen duin valt uiteen in twee gedeelten, gelegen aan weerszijden van de voormalige haven van Goedereede. Ten oosten daarvan gaat het tracé over een platen- gebied; voor dit gedeelte is een duin ontworpen, met daarvóór een strand onder een helling van 1 50. Dank zij de ruime hoeveelheid beschikbaar zand kon een duin worden gemaakt met een aan de voorlopige eisen beantwoordend dwarsprofiel. Het westelijk gedeelte is geprojecteerd op het aldaar voor de duinen gelegen zeer brede voorland, ook wel het groene strand van Goeree genoemd. Een zo breed grasland buiten de duinvoet als men hier aantreft is een vrij zeldzaam verschijnsel; mede door de zeer grote rijkdom aan plantensoorten heeft dit gebied een bijzondere natuurhistorische waarde. De breedte van dit voorland, ter plaatse meer dan 1000 m, dempt de golfaanval in sterke mate. Zelfs de stormvloed van 1953 had op dit kustgedeelte geen duinafslag van betekenis ten gevolge. Volgens de nieuwste inzichten is de breedte van een duin van veel meer betekenis dan een grote hoogte. Een op de in de aanvang vermelde beschouwingen gebaseerde opzet zou geleid hebben tot een groot verlies aan oppervlakte van dit waardevolle terrein. Gezien de breedte van het voorland zal daarom voorlopig worden volstaan met een profiel met een in vergelijking met het theoretisch vereiste vrij steil buitenbeloop van I 5, welk beloop ook bij de aansluitende natuurlijke duinen wordt aangetroffen. Mocht later tengevolge van aanpassing van de kust aan de nieuwe toestand met afgesloten Haringvliet blijken dat de breedte van het voorland aanmerkelijk zou verminderen en de golfaanval op het duin daardoor zou toenemen, dan kan alsnog een verdere aanpassing van het dwarsprofiel van het duin plaatsvinden. Het duin zal, deels om esthetische redenen, een hoogte krijgen van ongeveer N.A.P. II m: het sluit namelijk aan de ene kant aan op de dijk op de Plaat van Scheelhoek, die een kruinhoogte heeft van N.A.P. 11 m, en aan de andere zijde op de bestaande duinen, waarvan de toppen tot een hoogte van N.A.P. 10 a 12 m reiken. De aan sluiting van het duin op de dijk, waarbij de asfaltdijk over een zekere lengte in het zandlichaam is opgenomen, is zodanig ontworpen dat de asfaltdijk pas boven storm vloedhoogte uit het veronderstelde profiel van afslag te voorschijn komt, zodat de golven op het zandbeloop zullen doodlopen zonder het dijkbeloop te treffen. De be doeling hiervan is, het ongunstige effect van discontinuïteiten in het beloop van de zeewering juist ter plaatse van het einde van de dijk zo klein mogelijk te houden. Ter verkrijging van meerdere zekerheid is bovendien de achterzijde van de dijk nog over 200 m lengte in een zandlichaam gepakt. Om het gehele werk het aanzien van een natuurlijk duin te geven zal het profiel niet strak worden afgewerkt zoals op de tekening is weergegeven, doch zullen cle opper vlakken golvend worden aangelegd. Direct na het aanbrengen van het zand zal moeten worden overgegaan tot het tegen gaan van verstuiving door het ineggen met stro en de plaatsing van rijsschermen; tegelijkertijd wordt graan gezaaid en kunstmest gestrooid, waarmee bereikt wordt dat de verstuiving voor enige jaren wordt voorkomen. Nog afgezien van grote zandverliezen zou anders het nabij gelegen vissersdorp van ontoelaatbare zandoverlast te lijden hebben. Daarna kan worden overgegaan tot het aanbrengen van een in botanisch opzicht verantwoorde duinbeplanting, die later de taak van het vasthouden van het zand kan overnemen. De uitvoering van het werk zal plaatsvinden gedurende de jaren 1967 en 1968. De totale hoeveelheid in het duin te verwerken zand bedraagt 3 500 000 m3. 472

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1967 | | pagina 26