Opmerkelijk is dat na de stormperiode de knik tussen het strandprofiel en de steile helling van de zeereep in alle normale profielen op het niveau van N.A.P. 2,80 m werd teruggevonden. Alleen daar waar het zand van de oorspronkelijk ondergestoven asfaltdijk van het Flaauwe Werk werd afgespoeld is, zoals de profielen 20, 20| en 21 tonen, een ander beeld ontstaan. Het knikpunt ligt dus 55 cm lager dan de hoogste stormvloedswaterstand op de peil schaal te Ouddorp: N.A.P. 4- 3,35 m. Deze stand is bereikt op 10 december, dus bij de laatste storm. Het hoogste hoogwater daarvoor, dat bij de vorige storm werd bereikt, bleef 40 cm lager. Aangezien geen reden aanwezig is voor de veronderstelling, dat het knikpunt van de strandhelling toen hoger zou gelegen hebben ten opzichte van de hoogste waterstand, kan men dus aan nemen, dat het knikpunt na de storm van 30 november op N.A.P. 2,40 m lag. Dit houdt echter in, dat de afslag van de duinen bij de eerste twee stormen niet meer dan ca. 20% bedroeg van de totale zandverliezen uit de duinen, dus de overige 80% is afgeslagen gedurende dat éne halve uur, waarin de waterstand op 10 december hoger is gekomen dan het hoogste hoogwater van 30 november. Ook indien wordt veronder steld dat de afslag nog tijdens het dalen van de waterspiegel doorging, blijft het opmer kelijk dat in de tijd van ca. 1| uur in het profiel met de grootste afslag 100 m3 per strekkende meter kustlijn is afgeslagen. Aangenomen dat de gemiddelde periode van de golven 6 sec is, is de hoeveelheid zand die per strekkende meter uit de duinen door iedere golf wordt weggehaald, te schatten op 0,1 m3, met een gewicht van 250 kg. Dit is het maximum aan afslag dat tijdens deze storm op deze plaats had kunnen voorkomen. Uit de hoeveelheden zand die door golven uit de zeereep weggenomen kunnen worden blijkt wel dat in het algemeen bij iedere grote storm een snelle aan passing van het strandprofiel verwacht kan worden aan het evenwichtsprofiel dat bij een zeker golfbeeld behoort. De gemiddelde waarde van de duinafslag per strekkende meter kustlijn kan voor de gehele zandkust van Goeree bij de storm van 10 december in orde van grootte 0,01 a 0,02 m2 per golf gesteld worden. Voor andere kustgedeelten zullen uiteraard andere getallen afgeleid kunnen worden, afhankelijk van de richting van de kust en van de golfenergie die vanuit de Noordzee naar de kust wordt getransporteerd. 464

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1967 | | pagina 18