Samenspel van water en begroeiing
teeltplan heeft als regel een extensief karakter, in verband met de moeilijke arbeidsvoor
ziening in een zo geïsoleerd gelegen gebied. Vanwege het overstromingsgevaar worden
er voornamelijk zomergewassen geteeld. De bedrijfsgebouwen en woningen zijn, eveneens
met het oog op het overstromingsgevaar, vaak op vloedvrije heuvels gebouwd. In de
laagst gelegen polders en daar waar de opslibbing van de killen het verst is voort
geschreden, is de natuurlijke lozing nauwelijks meer voldoende om op bevredigende wijze
in de ontwatering te voorzien. De ontsluiting laat vooral in het oosten en zuidwesten veel
te wensen over. Grote delen van de landbouwpolders en vele bedrijven en woningen zijn
slechts over water bereikbaar; alleen in het noorden is het merendeel van de boerderijen
aan redelijke wegen gelegen. Behalve voor de arbeidsvoorziening vormt het isolement
ook voor andere aspecten van de landbouwkundige bedrijfsvoering een groot probleem.
Tenslotte wordt het isolement ook in sociaal opzicht als in hoge mate hinderlijk gevoeld.
Een groot deel van het buitendijkse gebied is, evenals het bedijkte polderland, cultuur
landschap. Zo vindt men in de grienden: griendketen, kaden, duikers, greppels en beknotte
stobben; in de rietgorzen: greppels en gesneden stoppels; en overigens: verbindings-
dammen, oeververdedigingen, strekdammen, enz. De buitendijkse cultuur van griendhout
en riet is echter in sterke mate aan de natuurlijke omstandigheden aangepast.
Dat van het buitendijkse land in de Biesbosch eenzelfde bekoring uitgaat als van een
natuurlandschap is juist te danken aan dit natuurlijke aspect van de buitendijkse cultures.
Vooral bij wie de Biesbosch in de zomer bezoekt wekken de grienden en rietgorzen de
schijn van ongereptheid. Het riet wordt immers in het winterseizoen gesneden en in de
zomer liggen de rietvelden geheel verlaten. Van de nog geëxploiteerde grienden wordt
ruim een vierde van het hout in de winter en het vroege voorjaar gekapt, terwijl in de
zomer de dichtbebladerde griend met zijn ondergroei van allerlei kruiden de indruk maakt
van maagdelijk terrein. Verschillende aspecten van de griend-, riet- en biezencultuur
werden reeds in nr. 29 van deze Berichten belicht. In verband met de moeilijkheden die
zich bij de griendcultuur voordoen worden thans op meer dan één plaats in de Brabantse
Biesbosch, maar vooral in het centrum van het zuidwestelijke deel, verwaarloosde grienden
aangetroffen die steeds meer het karakter van een vloedbos in oervorm aannemen; een
belangrijk deel van deze grienden wordt momenteel door het Staatsbosbeheer als natuur
reservaat beheerd.
De landschappelijke schoonheid van de Biesbosch wordt in sterke mate bepaald door het
samenspel van het water en de begroeiing van de oevers, waarbij het gebied als geheel
117