Metingen bij het op spanning brengen van de kabels over de Grevelingen In voorgaande nummers van het Driemaandelijks Bericht werd reeds het een en ander over de kabelbaan over de Grevelingen meegedeeld. In nummer 24 werd een gedetail leerde beschrijving opgenomen van de gehele constructie, terwijl in nummer 26 een be schrijving volgde van de manier waarop de oostelijke kabel op spanning werd gebracht. In dat nummer is ook verslag gegeven van de kabelbreuk, zoals die zich op 22 augustus 1963 heeft voorgedaan. Dit artikel behelst een overzicht van het programma van metingen waartoe op grond van de kabelbreuk werd besloten, alsook een verslag van de manier waarop de kabels op spanning zijn gebracht, en de rol die het meetprogramma daarin speelde. Het meetprogramma Teneinde een herhaling van het gebeurde met de oostelijke kabel te voorkomen en inzicht te verkrijgen in het gedrag en de eigenschappen van de kabel tijdens de verschillende fasen van het op spanning brengen en tijdens het bedrijf, werd een uitgebreid meet programma opgesteld. De metingen werden uitgevoerd door de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat, het Laboratorium voor Grondmechanica, het Metaalkundig Instituut van T.N.O. en het Instituut voor Bouwmaterialen en Bouwconstructies van T.N.O. ge zamenlijk. Het meetprogramma omvatte de volgende meetseries: metingen in de voorbereidingsperiode; metingen tijdens het op spanning brengen van de kabels; metingen tijdens de eerste rit van een gondel langs de kabel. De eerste meetserie had ten doel enkele richtlijnen te verkrijgen voor het op spanning brengen van de kabels en diende tevens voor het verwerven van basisgegevens, waarvan bij latere metingen zou kunnen worden uitgegaan. Tijdens deze metingen werd onder meer de uitzettingscoëfficiënt van de kabel bepaald. De lengte van de kabel tussen twee pylonen werd bij verschillende temperaturen gemeten, of liever afgeleid uit de zeeg van de kabel waarbij een eventuele verschuiving van de kabel op de oplegpunten in rekening werd genomen. De tweede meetserie diende niet alleen om onverwachte afwijkingen te signaleren, maar ook om te bepalen wanneer de verschillende fasen van het op spanning brengen zouden 481

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1964 | | pagina 39