Het Sluitingsprogramma voor de Grevelingen Een programma voor de geleidelijke sluiting van de noordelijke geulen van de Greve lingen moet worden opgesteld aan de hand van de volgende factoren: 1. de stortcapaciteit van de kabelbaan. 2. de stabiliteit van de te gebruiken stortmaterialen. 3. de stabiliteit van de bodemverdedigingen. 4. de te verwachten ontgrondingen. 5. de bodemgesteldheid. De invloed op het sluitprogramma wordt voor elk der factoren eerst afzonderlijk toe gelicht. Wat de stabiliteit van de stortmaterialen betreft zij verwezen naar het Driemaandelijks Bericht nr. 27, blz. 348 e.v Stortcapaciteit kabelbaan en te verwerken materialen De totale verwerkingscapaciteit van de installatie is berekend op 12 500 ton per week van 5 werkdagen. Het berekende getal geldt als gemiddelde over de totale duur van de sluiting. De netto uurcapaciteit van de installatie wordt geschat op 180-240 ton. Dat deze cijfers zo uiteenlopen houdt onder andere verband met de nog bestaande onzekerheid omtrent de rijsnelheden der gondels bij normaal bedrijf. Voor de berekening van de totale capa citeit zijn verder nog marges ingevoerd voor diverse bedrijfsstagnaties. De te gebruiken stortmaterialen zijn grind 2—30 cm, stortsteen 10-300 kg en diverse soorten zandzakken met een stukgewicht van 2,5 ton en kluiten zandasfalt van hetzelfde gewicht. In de Bocht van St. Jacob de meest noordelijke der beide geulen zal vrijwel uitsluitend gebruik gemaakt worden van de zakken en kluiten. Het grind en de steen worden gebruikt in de rest van het sluitgat. De verschillende stortmaterialen kunnen tegelijkertijd verwerkt worden. Een deel van de totale verwerkingscapaciteit van de installatie wordt dan gebruikt voor het storten van grind of steen vanuit netten, en het resterende voor het storten van een van de overige materiaalsoorten vanuit transportbakken (kubels). 471

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1964 | | pagina 29