passing en verbetering in de uitvoeringsfase. Het bestaande gemaal wordt hier vervangen
door een nieuw in het kader van de dijkverzwaring langs de Westerschelde door het
waterschap Stoppeldijk c.a., terwijl de verbetering van het afwateringsstelsel met de
bijbehorende kunstwerken binnendijks wordt uitgevoerd in ruilverkavelingsverband. Ook
hier zijn beide aktiviteiten volledig op elkaar afgestemd.
Voor West Zeeuwsch-Vlaanderen publiceerde in 1960 een werkgroep een waterbeheer-
singsplan, waarbij aandacht werd besteed aan de concentratie van lozingspunten in ver
band met de dijkverzwaring langs de Westerschelde. Ook hier werd aan de hand van
een uitgebreid agrohydrologisch onderzoek het gehele gebied van rond 30 000 ha inge
deeld in een groot aantal peilgebieden, die weer gecombineerd werden tot hoofd-
afwateringsgebieden. Nadat men alle combinatiemogelijkheden tegen elkaar had afge
wogen werd geadviseerd de 8 bestaande lozingspunten terug te brengen tot 4.
Samenstelling der werkgroepen
De in het voorgaande genoemde werkgroepen zijn in het algemeen samengesteld uit ver
tegenwoordigers van Rijkswaterstaat, Provinciale Waterstaat, Cultuurtechnische Dienst en
het betreffende waterschap. Bij fundamenteel onderzoek (bijv. op Schouwen-Duiveland),
speelt ook het Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding te Wageningen een
belangrijke rol.
Het aantrekkelijke van deze werkwijze is, dat in de uitgebrachte rapporten een basisplan
is ontworpen, waarin de waterstaatkundige- en landbouwkundige belangen harmonisch
op elkaar zijn afgestemd. Op dit ontwerp kunnen de verschillende facetplannen, zoals van
de lozingsmiddelen in het kader van de dijkverzwaringen, van het afvoerstelsel en van het
aanvoersysteem worden gebaseerd. De instanties die de uitgewerkte plannen straks moeten
beoordelen en in de uitvoering, naar men verwachten mag, een financiële bijdrage zullen
leveren, zijn van den beginne bij de opzet betrokken geweest. Ook voor de waterschappen
is deze intensieve samenwerking aantrekkelijk, omdat uit het overleg een basisplan resul
teert, dat een synthese vormt van wat wenselijk en mogelijk is.
Is het rapport eenmaal officieel geaccepteerd door de verschillende instanties als richtlijn
voor de plannen in de toekomst, dan kan een meerjarenplan worden opgesteld voor de
uitwerking en de uitvoering. Bepaalde onderdelen kunnen als waterschapswerk worden
uitgevoerd, andere passen beter in het kader van een ruilverkaveling.
Op deze wijze kunnen de mogelijkheden die het Deltaplan de landbouw biedt ten aanzien
van de waterbeheersing en de ontzilting zo efficiënt mogelijk in de praktijk worden
gebracht.
Literatuur:
1. 'Rapport inzake de landbouwkundige verbetering van plaatgronden', uitgebracht door
de gelijknamige werkgroep van de Commissie Waterbeheersing en Ontzilting, Goes 1963,
59 blz., kaarten en figuren.
2. 'Rapport inzake de verbetering van de waterbeheersing van Zuid-Beveland ten westen
van het kanaal, deel I, de waterafvoer' uitgebracht door de werkgroep Toekomstige Water
voorziening van Zuid-Beveland ten westen van het kanaal, van de Commissie Water
beheersing en Ontzilting, Goes, 1961, 55 blz. en 16 kaartbijlagen.
3. 'Rapport omtrent de verbetering van de waterbeheersing in westelijk Zeeuws-Vlaan-
deren, mede gezien in het licht van de te realiseren dijkverzwaring', uitgebracht door de
Technische Werkgroep Westelijk Zeeuws-Vlaanderen, 1960, 65 blz., 16 kaartbijlagen.
396