D. De werken tot indijking van de lauwerszee De uitwateringssluizen in de afsluitdijk van de Lauwerszee Bij alle plannen tot afsluiting van de Lauwerszee, die in de laatste 100 jaar zijn gemaakt, speelde steeds de afwatering van het oude land een bijzonder grote rol. Veel van deze plannen zijn zelfs ontworpen met het uitsluitend doel deze afwatering voor eens en voor altijd afdoende te verbeteren. Bij de thans in uitvoering zijnde afsluiting van de Lauwerszee speelt de verbetering van de afwatering dan ook een belangrijke rol. In het Driemaandelijkse Bericht nr. 23 van februari 1963 werd uitvoerig geschreven over de gevolgen, die de afsluiting voor de afwatering van Friesland, westelijk Groningen en noordelijk Drente zal hebben. Daarbij werd medegedeeld, dat na een diepgaande studie van lozingsmogelijkheden de keus is gevallen op uitwateringssluizen bestaande uit meerdere kokers. Algemene opzet De afmetingen van de uitwateringssluizen zijn het onderwerp geweest van uitvoerige studies, waarin het Waterloopkundig Laboratorium 'de Voorst' in de Noordoostpolder een groot aandeel heeft gehad. Het aanvankelijke programma van eisen was vrij uitgebreid. Het werd groter en nader hand nog aangevuld naarmate meer gegevens uit de proefnemingen beschikbaar kwamen. Een eerste eis is uiteraard, dat met behulp van de sluizen onder alle omstandigheden een voldoende beheersing van de waterstanden op de Lauwerszeeboezem moet kunnen wor den bereikt. Een formule, waaruit dergelijke afmetingen zonder meer zouden kunnen worden afgeleid bestaat uiteraard niet. Een groot aantal hypothetische gevallen werd daarom opgesteld en vervolgens geheel doorgerekend, leder van deze gevallen omvatte een periode van enkele dagen tot enkele weken met een grote neerslag. Bovendien werden voor elk van de verschillende neerslag perioden verschillende veronderstellingen gemaakt ten aanzien van: 370

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1964 | | pagina 40