Het beeld van een stroom over een horizontaal stortebed op de hoogte van de sluisvloer (N.A.P.- 5.10 m) is zeer regelmatig. Er treedt zelfs enige uitwaaiering op Bij een horizontaal stortebed op N.A.P.—7.50 m is de uitstroming veel turbulenter. Achter de sluis- groepen kunnen stroomwiggen worden waargeno men. Ook bij een hellend stortebed treedt een der gelijk stroombeeld op De gekozen constructie omvat in de sluiskokers een vloer van gewapend beton, waar tegen aansluit een bezetting van koperslakblokken met dikten aflopende van 45 tot 25 cm geplaatst op een filter van grindzand en grind. Vervolgens komt een zogenaamd grond stuk (dat is een in den droge uitgevoerde rijshoutconstructie met steenbezetting) waar tegen een zware bezinking, afgedekt met stortsteen aansluit. Behalve de bezinking wordt deze bodembekleding in de bouwput, dus in den droge, gemaakt. Nabij de overgang van de verdedigde naar de onverdedigde bodem zal de bestorting zo ruw mogelijk worden gehouden, bijvoorbeeld door toepassing van betonbrokken. Tenslotte zij medegedeeld, dat de sluizen zijn ontworpen in samenwerking tussen de Dienst Lauwerszeewerken en de Dienst der Zuiderzeewerken. De directie voor deze kunst werken worden eveneens door de beide diensten uitgeoefend. De architectonische vormgeving wordt verzorgd door de architect ir. K. T. G. Spruyt b.i. te Haarlem. 378

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1964 | | pagina 48