met een goede toe- en uitstroming, kunnen scheef invallende golven bij zware noord wester- of noorderstorm geweldige golfklappen tegen de hefdeuren veroorzaken. Dit bleek uit een oriënterend golfonderzoek in het Waterloopkundig Laboratorium. Een golfbreker ten westen van de sluizen zou een grote bescherming bieden. Bij een naar het noorden draaiende storm zou deze echter toch nog onvoldoende uitwerking hebben. Bovendien vormt een dergelijke ver vooruitstekende dam een punt, waar de stroom in het Oort zich op zal concentreren met alle nadelige gevolgen daarvan, zoals grote verdiepingen, néérstromingen enz. Met het oog op de golfslag is daarom besloten de sluizen te voorzien van gesloten kokers met het dek op N.A.P., waarover het boven N.A.P. gelegen buitenbeloop van de aansluitende zeedijk doorloopt. Bij zware storm zal de golfslag op dit buitenbeloop breken. De drukstoten tegen de hefdeuren worden daardoor tot vrijwel nihil gereduceerd. Dit bleek uit een onderzoek in de windgoot van het Waterloopkundig Laboratorium in de Noordoostpolder. Niettemin kunnen bij lage waterstanden toch nog golven in de kokers doordringen en tegen de hefdeuren doodlopen. De drukstoten, die daarvan het gevolg zijn, bleken plaat selijk zeer aanzienlijk te kunnen zijn en tot 50 ton per m2 te kunnen oplopen. Met behulp van bijzondere elektronische apparatuur konden de golfstoten op verschil lende punten van de hefdeuren gelijktijdig worden gemeten. Hierbij bleek dat, tegelijk met de heftige drukstoten in de bovenhoeken van de deuren, elders op de deur veel kleinere drukken optreden. De totale dynamische belasting van de deuren zal daardoor, rekening houdend met een stootcoëfficient, van dezelfde orde van grootte zijn als de grootste te verwachten statische druk. Tevens kon worden vastgesteld dat de duur van het oplopen van de drukstoten tussen 0 en de maximum-waarden ongeveer 0,01 sec. bedroeg. Merkwaardig is, dat het optreden van dergelijke drukstoten reeds door vrij kleine gol ven, b.v. van 70 cm hoogte opgewekt wordt zodat de vermelde verschijnselen vrij frequent zullen optreden. Een zekere reductie van de golfdrukken zal nog worden bereikt door een gleuf te maken tussen de sluiskoker en de schacht waarin de hefdeur wordt opgetrokken. Hierdoor kan het water van de golf gedeeltelijk naar boven ontwijken en loopt de druk niet zo hoog op. Aan de Lauwerszeezijde bleek een overeenkomstig probleem te bestaan. Ook hier lopen op de Lauwerszeeboezem opgewekte golven dood in de koker met hetzelfde gevolg. Al te hoge drukstoten worden vermeden door de dichting van de bovenaanslag enigszins verend te maken, waardoor water kan ontsnappen en bijgevolg de druk verlaagd kan worden. De hefdeuren behoeven met het oog op de golfslag niet zwaarder te worden ontworpen, dan voor de statische belasting waarmee is gerekend. Hoofdvorm Het sluizencomplex bestaat dus uit drie groepen van elk vier gesloten stroomkokers. Elke koker kan worden afgesloten door twee hefdeuren, die tevens eikaars reserve zijn. Dit dubbele stel hefdeuren wordt ook aangewend ter bestrijding van de verzilting van de Lauwerszeeboezem. Het bedieningsmechanisme zal zodanig worden ingericht, dat bij de stand 'gesloten' zo mogelijk steeds twee hefdeuren de afsluiting vormen. In geheel ge opende stand bevinden de deuren zich in boven de kokers gevormde schachten. Inspectie en onderhoud kunnen bezwaarlijk in deze betrekkelijk nauwe en vochtige schachten, die bovendien periodiek vol water staan, plaatsvinden. De deuren kunnen 375

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1964 | | pagina 45