deze wijze worden voorkomen. Het behoeft echter geen betoog, dat dit een bijzonder grote pompcapaciteit zal vergen of zal leiden tot een zeer lange duur van de schuttingen. De invloed van doorspoeling van de kanalen achter de sluizen Het totale zoutbezwaar als gevolg van de drie vermelde factoren zal nauw samenhangen met het soortelijk gewichtsverschil van het water aan weerszijden van de sluis. Voorts zal dit verschil in soortelijk gewicht afhankelijk zijn van de mate van doorspoeling van het kanaal achter de sluis. Uit een analyse van gegevens van bestaande situaties blijkt, dat er een goed verband bestaat tussen het verschil in soortelijk gewicht, de doorspoeling en het zoutbezwaar van een sluis. Bij wijze van voorbeeld zijn in bijgaande figuur de resultaten weergegeven van het totale zoutbezwaar als gevolg van 12 schutcycli per dag met een sluis van de reeds eerder ver melde afmetingen van 320 x 24 x 6,50 m3, als functie van het soortelijk gewichtsverschil. Met behulp van de resultaten van de verrichte analyse is het effect bepaald van een door spoeling van het kanaal achter de sluis met 5 en 10 m3 water per seconde. Dit gebeurde zowel voor het geval geen luchtschermen worden toegepast als ook bij een toepassing van luchtschermen in de binnen- en buitenhoofden van de sluis met een luchtaanvoer van 2 m3 per minuut per meter breedte van de sluis. Hieruit blijkt, dat het soortelijk gewichts verschil en het zoutbezwaar van de sluis toenemen naarmate de doorgespoelde hoeveel heid water toeneemt. Een toeneming van het verschil in soortelijk gewicht betekent echter een lagere waarde van het soortelijk gewicht van het water achter de sluis en dienten gevolge een kleinere kans op een ongunstige beïnvloeding van het binnenwater. Het totale zoutbezwaar van de beoogde sluis blijkt als gevolg van de toepassing van luchtschermen en een doorspoeling met gemiddeld 5 m3 water per seconde af te nemen van bijna 50 kg chloorion per seconde tot ongeveer 20 kg chloorion per seconde. Bij een 1 —1 aZowel zonder als met toepassing van lucht schermen levert het verdrongen water bij het schutten van schepen in landwaartse richting geen bijdrage tot het zoutbezwaar 2. Bij het schutten in zeewaartse richting is het zoutbezwaar door verdringing gering, daar het water in de schutkolk als gevolg van het ongestoorde uitwisselingsproces reeds gro tendeels wordt vervangen door binnenwater 2a. Als gevolg va nde toepassing van luchtscher men wordt het uitwisselingsproces sterk af geremd. Het water in de schutkolk blijft brak. De schepen vordringen derhalve brak water uit de kolk naar binnen BUITEN HOO FO BINNEMHOOFD 359

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1964 | | pagina 29