1-2. Bij geopende deuren in het buitenhoofd wordt het water uit de schutkolk in betrek kelijk korte tijd geheel verdrongen door het buitenwater met een hoger soortelijk-gewicht 3-4. Bij geopende deuren in het binnenhoofd stroomt het soortelijk zwaardere water uit de schutkolk in het aansluitende kanaal en wordt vervangen door zoet kanaalwater la-2a. Een luchtscherm in het buitenhoofd belem mert de uitwisselingsstroom in sterke mate, zodat het water in de schutkolk veel zoeter blijft dan het buitenwater (de pijlen geven schematisch de waterbeweging weer) 3a-4a. Als gevolg van het luchtscherm bij het bin nenhoofd, wordt de beweging van zout wate-r opnieuw tegengegaan zodat slechts een kleine hoeveelheid zeewater in het bin- nenkanaal kan doordringen aan dat van het water aan de zeezijde van de sluis. Bij toepassing van luchtschermen echter zal het soortelijk gewicht van het water in de schutkolk belangrijk kleiner blijven, dan die van het water aan de zeezijde van de sluis. De schijf zout water zal zich dus ver mengen met het water in de schutkolk; het soortgelijk gewicht van de schijf water, welke uiteindelijk naar binnen wordt afgevoerd, zal een lagere waarde hebben dan zonder de toepassing van luchtschermen. Wordt het zoutbezwaar als gevolg van het schutwater ontoelaatbaar geacht, dan kunnen verdergaande maatregelen worden genomen, zoals bijvoorbeeld het toepassen van een schutkolkbemaling. Het bezwaar is dan meestal, dat een grote capaciteit van het gemaal is vereist omi de betreffende schijf water in betrek kelijk korte tijd te verwijderen. Eventueel kan op een voldoende laag peil een bekken worden aangelegd, waarin de schijf schutwater onder natuurlijk verval kan worden geloosd. Dan kan met een belangrijk kleinere capaciteit van het gemaal worden volstaan om het bekken op het gewenste peil te handhaven. ad 3. De verdringing als gevolg van de scheepvaart Dit zoutbezwaar ontstaat tijdens het schutten van schepen in zeewaartse richting. Bij het binnenvaren van de schutkolk wordt een hoeveelheid water, gelijk aan de water verplaatsing van de betreffende schepen, uit de schutkolk verdrongen in de richting van het binnenwater. In tegenstelling tot de afneming van het zoutbezwaar als gevolg van het schutwater zal het zoutbezwaar als gevolg van de verdringing bij toepassing van luchtschermen eniger mate toenemen. Door de toepassing van luchtschermen wordt de uitwisseling tegen gegaan, zodat het verschil in soortelijk gewicht tussen het water in de schutkolk en het binnenwater groter zal zijn, dan in het geval zonder luchtschermen. Het zoutbezwaar als gevolg van de verdringing kan slechts met zeer radicale middelen worden voorkomen, namelijk door het vervangen van de kolkinhoud door zoet water voordat de binnen deuren worden geopend. Ook het zoutbezwaar als gevolg van de uitwisseling kan op 357

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1964 | | pagina 27