Resultaten van ontgrondingsproeven in het model
waarbij stadia van verschillende sluitprogramma's
worden bestudeerd
den opgebouwd. Voor wat betreft de volgorde van sluiting van de verschillende gedeel
ten, is uit deze proeven over de stroombestendigheid van de materialen vrijwel geen
beperking voor de keuze gebleken.
Op dit punt geven de resultaten van het ontgrondingsonderzoek echter wel duidelijke
aanwijzingen.
Bij dit onderzoek zijn verschillende bouwprogramma's bekeken, zoals het één voor één
sluiten van ieder van de hierboven genoemde delen van het sluitgat met variaties in de
volgorde. Voorts werd een gecombineerde sluiting van het geheel bestudeerd, waarbij
weer het sluitingstempo in ieder van de delen en van de delen onderling werd gevarieerd.
Gebleken is, dat de eerstgenoemde werkwijze, hoe de volgorde van de delen ook wordt
gekozen, ontgrondingen tot gevolg heeft, die ongunstig afsteken tegenover die bij een
gecombineerde sluiting van het geheel. De invloed van de opgebouwde delen op het
stroombeeld, zoals deze blijkt uit de ontgrondingen nabij de koppen, speelt hierbij een
belangrijke rol.
Een andere variatiemogelijkheid in de uitvoering ligt in de vorm in lengterichting van
de dam tijdens de bouw. Opstorten met een horizontale damkruin is mogelijk, maar dan
kan eveneens worden gestreefd naar een verloop van de kruin, dat enigermate het oor
spronkelijke geulprofiel blijft weerspiegelen.
Vele combinaties en variaties zijn dus mogelijk. Bij de keuze hieruit spelen behalve de
te verwachten ontgrondingen ook de bepaling van plaats en aard van de te verwerken
materialen, de aard van de bodembescherming en de bedrijfsmogelijkheden van de
kabelbaan een rol.
Op het ogenblik is een sluitingsprogramma in voorbereiding, dat een gecombineerde,
min of meer gelijktijdige, sluiting van de beide geulen en de plaat beoogt. Bij dit
programma wordt in belangrijke mate gebruik gemaakt van nieuw ontwikkelde stort
materialen.
353