oever van de Plaat van Oude Tonge met het Krammer ging van 1960—1963 eveneens sterk achteruit. Zij wordt de laatste tijd door het zuigen van zand als vaarweg kunstmatig open gehouden.. Deze geul (Krammer) heeft ter plaatse van het tracé een vrij constante diepte van ongeveer NAP - 6 m. Het maken van de verhoogde drempel in het noorde lijke sluitgat kan de genoemde aanzandingen in geringe mate bevorderd hebben. Behalve verdiepingen van hoogstens 2,5 m op een afstand van ongeveer 200 m noord westelijk van de zuidelijke geul (Krammer) van het tracé, die veroorzaakt werden door het kopeffect van de dam, waren de diepteveranderingen in de onmiddellijke omgeving van het tracé gering. Uiteraard bestaat samenhang tussen de veranderingen in de stromen in het betrokken gebied door de reeds plaats gehad hebbende afsluitingen en de zandbeweging. In de oorspronkelijke toestand was de vloedstroom door het noordelijke tracé afkomstig 345

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1964 | | pagina 15