Onderdelen van de armconstructie op het fabrieks terrein 1. De scharnierpunten 2. De armkokers 3. Dubbelwandige dwarsdragerconstructie van de armen den en van het conserveringssysteem, alsmede de toelaatbare spanningen bij wisselende belastingen. Het onderzoek leidde tot de volgende eindresultaten. Proefstukken die waren ingesteld op een spanning van 900 kg/cm2 en die onbeschermd tegen corrosie in zeewater werden blootgesteld aan snel wisselende belastingen, bleken alle zonder één uitzondering onder de genoemde condities te breken. Bij macroscopische beschouwing bleken de proefstukken zelfs niet eens zwaar te zijn aangetast. Dit laatste feit is bijzonder merkwaardig. Geheel ondergedompelde en intermitterend bespoten proefstukken gaven vrijwel dezelfde resultaten. De werkelijke corrosievermoeiingssterkte zal zeker aanzienlijk lager zijn dan 900 kg/cm2, zo er al van een onderste grens sprake is. Vele deskundigen zijn er namelijk van overtuigd, dat die onderste grens 0 is. In den droge 'gepulseerd' gaven dezelfde typen proefstukken echter een vermoeiingssterkte van ca. 1 800—1 900 kg/cm2 op staal 52. Proefstukken, bedekt met een zinklaagje dat door middel van schoperen was aangebracht, gaven, wanneer zij in zeewater 'gepulseerd' werden, dezelfde uitkomsten als de in den droge aan wisselbelasting onderworpen proefstukken. Deze methode blijkt dus op zich zelf een afdoende bescherming te kunnen geven. Een betrouwbare verfafdekking blijft echter bovendien zeer gewenst. Deze bij uitstek proefondervindelijke aangelegenheid is nog steeds onderwerp van studie; een afdoende oplossing is nog niet gevonden. Wel is uit proeven gebleken, dat een gespoten zinklaag, die door een verflaag is afgedekt, steeds aanleiding geeft tot het ontstaan van blazen en daardoor tot een snelle aantasting van de laatstgenoemde laag. Een zinklaag zonder verfafdekking bleek tenslotte eveneens onvoldoende bescherming te geven. De oplossing zal moeten komen van een verfsysteem zonder schopeerlaag. Met een combinatie van epikote-teer en epikote-zink zijn bij proeven de beste resultaten verkregen. Voorts bleek, dat elektrisch gelaste K-naden ten aanzien van de belastingscondities op de schuiven van het Haringvliet duidelijk te verkiezen zijn boven flanklassen. Dankzij het op- zuigeffect deed zich nl. spleetcorrosie voor. Uit de proeven blijkt dat in de werkelijkheid na ca. 3 maanden reeds het volle effect van de aanzienlijke afname van de vermoeiingssterkte aanwezig kan zijn, indien onbeschermd staal onderworpen wordt een wisselende belastingen in zeewater. Het is daarom dus zaak, 241

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1963 | | pagina 19