Verbindingen te water en te land in het Deltagebied sedert de Tweede Wereld
oorlog
In nr. 22 van het Driemaandelijks Bericht is een overzicht gegeven van de ontwikkeling van
de verkeersverbindingen in het Deltagebied tot de Tweede Wereldoorlog.
De Duitse inval in mei 1940 bracht ons land met betrekkelijk weinig materiële schade in
handen van de bezetter.
Wat het Deltagebied en de directe omgeving betreft beperkte deze schade zich in hoofd
zaak tot: het spoorwegviaduct door Rotterdam, de spoorbruggen over de Nieuwe Maas en
de Koningshaven te Rotterdam, de spoorbrug over het Hollandsch Diep bij Moerdijk, de
draaibrug over de Dintel bij Dinteloord en de bruggen over het Kanaal door Zuid-Beve
land. Tijdens de bezettingsjaren werden de vernielingen hersteld. Het onderhoud van open
bare werken liet echter, door gebrek aan materiaal, te wensen over.
De frequentie waarmee veer-, spoor-, tram- en busverbindingen werden onderhouden werd
voortdurend geringer, terwijl bovendien in 1942 de locaal-spoorwegen van Goes naar Wol-
phaartsdijkse Veer en van Goes naar Wemeldinge werden opgeheven. De inundatie van
Walcheren maakte in 1944 een einde aan het verkeer met de elektrische tram tussen Mid
delburg en Vlissingen. Zoals bekend kwam aan alle openbaar vervoer een einde in sep
tember 1944 als gevolg van de spoorwegstaking. Het bestaande motorrijtuigenpark ver
minderde sterk, er bleef geen brandstof over voor de voortdrijving en zelfs het fietsen werd
ernstig bemoeilijkt doordat nieuwe banden vrijwel niet te krijgen waren.
Ook de binnenvloot leed sterk. Op 1 mei 1940 bestond zijn uit 20.600 schepen, vijf jaar later
waren daarvan nog slechts 12.600 in vaarbare conditie. Dit waren voor een groot deel
schepen van geringe waarde, daar vele van de grotere en nieuwere vaartuigen door de
bezetter waren gerequireerd.
De schade tijdens de oorlogsjaren aan verkeer en vervoer toegebracht vloeide voort uit
verschillende oorzaken. In dit verband moeten ook de bombardementen door geallieerde
vliegers genoemd worden.
Uitermate omvangrijk waren de verwoestingen die door de Duitsers in het laatste oorlogs
jaar werden aangericht. Deze omvatten o.a. vernielingen van havenwerken, bruggen, slui
zen, het tot zinken brengen van schepen in vaarwegen en havenmondingen en de inundatie
van een groot deel van het Deltagebied. Voorts moet worden herinnerd aan de schade die
ons land werd toegebracht tijdens de gevechten om de bevrijding, waarbij in de eerste
plaats wordt gedacht aan de inundatie van Walcheren.
196