22°/oo gemiddeld op elf dagen per zomerhalfjaar worden onderschreden en een zoutgehalte
van 20%o gemiddeld op vier dagen per zomerhalfjaar tegenover resp. 4 en 0,5 dagen in
de zesjarige periode
De hierboven genoemde aantallen dagen per zomerhalfjaar waarop bepaalde zoutgehal
ten worden onderschreden zullen gezien de betrekkelijk geringe dagelijkse variaties in de
afvoer van de Rijn geen los van elkaar staande gevallen zijn, doch meer de neiging ver
tonen op te treden in groepen van achtereenvolgende dagen. Zo zal b.v. een Rijnafvoer
van 3500 m3/sec., waarbij gemiddeld een zoutgehalte te verwachten is van ca. 21 %o, ge
middeld eenmaal per vijf jaren gedurende elf of meer achtereenvolgende dagen over
schreden worden. Een Rijnafvoer van 4000 m3/sec., waarbij zoutgehalten van 20%o te ver
wachten zijn, zal gemiddeld eenmaal per vijf jaar gedurende zes of meer achtereenvolgen
de dagen worden overschreden.
In verband met de gewenste stabiliteit van het zoutgehalte van de oestercultuur zijn de
waargenomen zoutgehalten bij Ouddorp onderzocht op de van dag tot dag optredende
variaties. Uit de resultaten hiervan blijkt dat gemiddeld 14 maal per zomerhalfjaar deze
schommelingen groter zijn dan 2%o en gemiddeld tweemaal per zomerhalfjaar groter dan
4%o. Deze variaties werden veroorzaakt door meteorologische omstandigheden die de
rondstroming rond Goeree beïnvloeden.
Het bovenstaande voert tot de conclusie dat het zoutgehalte van het water dat thans in de
mond van het Brouwershavensche Gat wordt aangetroffen niet zal voldoen aan de door
het Rijksinstituut voor Visserij-onderzoek gestelde eisen.
Het zoutgehalte in het Brouwershavensche Gat na voltooiing van de Deltawerken
Op het ogenblik dat het oesterproject in het Brouwershavensche Gat tot stand zou komen
zullen het Brouwershavensche Gat zijn afgesloten en de Haringvlietsluizen in bedrijf zijn
gesteld. Dit zal tot gevolg hebben dat enige factoren die het zoutgehalte in het Brouwers
havensche Gat bepalen zullen veranderen.
Het lozingsprogramma van de uitwateringssluizen in de Haringvlietdam zal zodanig zijn
dat bij afvoeren van de Rijn groter dan 2000 m3/sec. minstens een zelfde hoeveelheid
rivierwater via het Haringvliet naar zee zal worden afgevoerd als thans het geval is.
Het Haringvliet zal dan evenwel grotendeels zijn verzoet, zodat de menging van het rivier-
209