HET MODEL B'J EEN AFVOER VAN 17 000 M/SEC
ONTGRONDING NA 4 yUR
Ontwikkeling van de ontgronding aan het benedenstroomse einde van het horizontale stortebed
De stabiliteit van het stortebed
Het tweede belangrijke punt van onderzoek had betrekking op de afmetingen van de
steen welke in het stortebed moet worden verwerkt.
De proeven leerden al spoedig dat directe aanval van de stroom op het stortebed niet de
meest kritieke belastingstoestand zal veroorzaken. Het bleek, zoals ook wel kon worden
verwacht, dat de ongunstigste situatie zal ontstaan wanneer het b.v. bij ijstoestand onmoge
lijk wordt één der schuiven te openen. Aan weerszijden van de zich in gesloten toestand
bevindende sluisdoorgang zal dan een stroomconcentratie optreden, terwijl vanaf de zijden
van de gesloten schuif wervelstraten worden gevormd en er bovendien een nerengebied
ontstaat. Deze ineren bevorderen een onstabiel stroombeeld. Ze worden benedenstrooms
van de gesloten schuif gevormd en bewegen zich vandaar in benedenstroomse richting
volgens een zichzelf herhalend patroon.
In het bijzonder ter plaatse van de wervelstraten zullen in het hart van de geconcentreerde
wervels sterke onderdrukken optreden, waardoor zware stortsteen kan worden opgeno
men en verplaatst. Vooral onmiddellijk benedenstrooms van de eigenlijke sluis kan dit aan
leiding geven tot onderdrukken waartegen zelfs zeer zware stortsteen niet bestand is.
Deze mogelijke belastingstoestand heeft geleid tot het toepassen van een gesloten beton
nen vloergedeelte aan weerszijden van de sluis.
Bij het vaststellen van de maatgevende belastingstoestand van deze gesloten verdediging
moest behalve met de drukvariaties, veroorzaakt door de genoemde wervels en neren, ook
met de grondwaterdrukken rekening worden gehouden. Hiertoe werd het verloop van het
piëzometrisch niveau van het grondwater onder de sluisvloer en de aansluitende beton
platen in een elektrisch model nader onderzocht.
Voorts werd nog nagegaan op welke wijze de door de wervels en neren veroorzaakte
drukvariaties zich van de benedenstroomse zijde tot onder de betonplaat in de grond
voortplanten en daar aanleiding geven tot een extra belasting op de onderzijde van de?
gesloten plaat.
194