Detail van de filterconstructie a. De periode gedurende de sluiting van het Rak van Scheelhoek, waarbij de spuisluis geheel openstaat en, naarmate de sluiting vordert, de sluis een steeds groter aandeel in het getijvermogen van het Haringvliet verwerkt. Tijdens deze periode zullen aan beide zij den ontgrondingen ontstaan. b. Na de sluiting zal bij het spuien de spuistroom tot ontgrondingen aan de zeezijde van de sluis bijdragen. Onder deze omstandigheden zal aan de rivierzijde geen verdere ontgronding voorkomen. c. Gedurende perioden van ijsgang zou het wenselijk kunnen zijn de sluis geheel voor de getijbeweging te openen. Onder deze omstandigheden, die een beperkte duur hebben, zal bij eb ontgronding aan de zeezijde en bij vloed ontgronding aan de rivierzijde verwacht moeten worden. Behalve een stortebed aan de zeezijde zal dus om de onder a. en c. vermelde redenen ook een verdediging aan de rivierzijde noodzakelijk zijn. Het rivierbed nabij de sluis bestaat uit zeer fijn zand. Een van de belangrijkste overwegingen die een rol hebben gespeeld bij de vormgeving van het stortebed was de wenselijkheid de diepte van de ontgrondingen tot een minimum te beperken. Deze zou zeker geen aanleiding mogen geven tot evenwichtsverstoringen in het bij de sluis aansluitende zandlichaam, waardoor de stabiliteit van het sluiscomplex in gevaar zou kunnen worden gebracht. Een groot aantal oplossingen is in het laboratorium beproefd. De in de figuur op blz. 192 weergegeven gevallen I, II en III zijn daar voorbeelden van. Niet alleen konden hierdoor duidelijke richtlijnen voor het ontwerp van het stortebed worden vastgesteld, maar boven dien werd door deze onderzoekingen een goed inzicht verkregen in de factoren die bij deze ontgrondingsproblemen een rol spelen. Voor elk van de verschillende mogelijkheden werden ontgrondingstijddiagrammen opge steld, waaruit het verloop van de ontgronding met de tijd kan worden afgelezen. In een van de bijgaande figuren is een voorbeeld van een ontgrondingstijddiagram weer gegeven. In het begin ontwikkelt de ontgronding zich zeer snel, terwijl in een later stadium de verdiepingen veel langzamer plaats vinden. Men heeft gevonden dat, indien het ont grondingsdiagram op dubbel logarithmisch papier wordt uitgezet, het verloop van de ont gronding met de tijd door een vrijwel rechte lijn kan worden voorgesteld.

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1963 | | pagina 25