Exploitatie Zoals bekend vormen de beide kabels met de aansluitende vaste railgedeelten en de aan de einden opgestelde draaischijven een circuit, dat door de wagens in één richting wordt bereden. De cyclustijd voor één wagen is bijna 20 minuten, zodat per uur en per wagen ruim 30 ton materiaal in het werk kan worden gebracht. In totaal wordt gedacht aan twaalf wagens, waarmede, met enige reserve, de capaciteit van de installatie kan worden opgevoerd tot ca. 360 ton per uur. Rekening houdend met een reductie ten gevolge van normaal te verwachten bedrijfsstorin gen en verder met een stijging van de cyclustijd wanneer in de nabijheid van de pylonen moet worden gestort (hijsen en vieren van de last of het lege net kan hier over een bepaald traject niet rijdend geschieden) en met meer van dergelijke factoren, kan men zeggen dat de gemiddelde capaciteit over de gehele duur van de sluiting lager zal liggen. In het geheel moet ca. 190000 ton materiaal in het sluitgat worden gestort om de afsluit- dam onder het juiste profiel te brengen. Dit materiaal wordt opgeslagen op en nabij de kop van de dam op de Plaat van Oude Tonge, nl.: ca. 55 000 ton grof grind in het landdepot; ca. 80 000 ton stortsteen in het landdepot; ca. 60 000 ton stortsteen in het waterdepot in de werkhoven. Het waterdepot van 60 000 ton vormt een reservevoorraad. Omdat grof grind goedkoper is dan stortsteen wordt dit gebruikt voor de basis van de dam. De hoogte daarvan wordt bepaald door de stroombestendigheid van het grind. Vervolgens zal gemengde stortsteen, met een stukgewicht variërend van 10 tot 300 kg, worden gebruikt om de dam tot de volle hoogte op te bouwen. De grootte van deze steen is bepaald aan de hand van de tijdens de sluiting te verwachten maximale stroomsnelheid, die uiteraard met het hoger worden van de dam zal toenemen. Gedurende de gehele sluitingsperiode zullen met waarschijnlijk één derde deel van het be schikbare aantal wagens bepaalde gedeelten van de dam worden opgebouwd uit nieuwe materialen. De stroombestendigheid van deze materialen zal aan dezelfde weerstandseïs moeten voldoen als die van de steen. Uiteraard moet het gehele beladingssysteem van de kabelbaan met een zekere reserve zijn aangepast aan de capaciteit van deze baan zelt en volgens een streng ritme worden gedirigeerd. Van het landdepot moet ca. 240 ton grind of steen per uur aan de vaste laad plaats van de kabelbaan worden afgeleverd. Bestudering van dit transportvraagstuk heeft doen inzien dat hiervoor het best een lepelschop kan worden ingezet, die in combinatie met enige 10-tons kiepauto's de belading van de baan kan verzorgen. Hierbij wordt de steen rechtstreeks in de netten gestort. Op de laadplaats zal daartoe een tweetal stalen frames worden opgesteld, waaraan de netten kunnen worden opgehangen. De reeds wachtende vrachtauto stort dan zijn lading, waarna de kabelwagen met het ge vulde net onmiddellijk vertrekt en zijn last op de vastgestelde plaats in het tracé van de sluitdam aanbrengt. Dit geschiedt nadat de last tot dicht boven het water is gevierd, terwijl de wagen rijdt met verminderde snelheid. Aangezien de onderlinge afstand van de wagens aan een zeker minimum is gebonden in verband met de belasting van de kabel zal het tijdstip waarop de wagens van de vaste 177

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1963 | | pagina 11